Meditatie: Leer en leven moeten één zijn
Romeinen 2:24
„Want de Naam van God wordt om uwentwil gelasterd onder de heidenen, gelijk geschreven is.” Broeders, laten we eindelijk eens boete doen, laten we nuchter zijn ten opzichte van het goede, want we zijn vol dwaasheid en boosheid. Laten we alle vroegere zonden van ons afwissen en gered worden door van harte boete te doen. Laten we niemand voortrekken en alleen bereid zijn elkaar plezier te doen. Laten we dit ook doen jegens hen die buiten staan, waar het de gerechtigheid betreft, opdat de Naam door ons niet gelasterd wordt. Want de Heere zegt: „Steeds wordt Mijn Naam gelasterd onder alle volken”, en verder: „Wee Dien door wie Mijn Naam gelasterd wordt”.
Waardoor wordt Hij gelasterd? Door niet te doen, wat Ik wil. Als de volken de woorden van God uit onze mond horen, bewonderen ze die als schoon en groot. Als ze daarna merken, dat onze werken niet in overeenstemming zijn met de woorden, die we spreken, keren ze zich van ons af om ons te lasteren. Onze woorden bleken fabels en bedrog. Wanneer ze zien dat we niet lief hebben die ons haten, zelfs niet die ons liefhebben, dan lachen ze ons uit en de naam wordt gelasterd.
Clemens, kerkvader in Alexandrië
(”Tweede brief aan de Korintiërs”, 2e eeuw)