Remkes wil nazorg bij familie vermisten
De naasten van de Nederlanders die door de ramp in Azië vermist zijn geraakt, hebben goede en langdurige nazorg nodig. De leden van het Rampen Identificatie Team (RIT) in Nederland vervullen daarin een spilfunctie. „Zij zijn vertrouwenspersoon geworden van deze families, die in een gigantische onzekerheid verkeren.”
Dat zei minister Remkes van Binnenlandse Zaken woensdag nadat hij een bezoek had gebracht aan het RIT bij het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) in Driebergen. Vorige week bezocht hij in Thailand de leden van het RIT die daar actief zijn bij de identificatie van omgekomen slachtoffers.
In Driebergen verzamelt het RIT gegevens, zoals gebitsgegevens en andere kenmerkende informatie, van de naasten. Van familieleden in de eerste graad wordt ook DNA-materiaal afgenomen en naar Thailand verstuurd. Deze eerste fase is afgerond. De pakketjes staan klaar voor verzending. In Thailand kan het RIT de gegevens vergelijken met die van dodelijke slachtoffers.
Remkes zei dat het werk van de RIT’ers in Driebergen minstens zo emotioneel is als het werk van de RIT’ers in Thailand. „Zij hebben contacten met de naasten van de vermisten en krijgen veel vragen. Het is hun indruk dat deze families een meer blijvende en individuele behoefte aan nazorg hebben.” Remkes viel opnieuw de gedrevenheid op van de RIT’ers, die zich hierin „het gezicht van de overheid voelen.”
Volgens de minister verschilt de toestand van de vrezende familieleden sterk. „De een kan zich bij de situatie neerleggen, de ander helemaal niet. Sommigen willen zelf naar Thailand.” Dat wordt volgens Remkes niet per se ontraden. „Het hangt ervan af of een bezoek bijdraagt aan hun verwerking van het verlies.” Bij de nazorg worden ook psychiatrisch deskundigen en slachtofferzorg betrokken.
Remkes denkt dat het proces van nazorg langer gaat duren dan de twee maanden die waarschijnlijk nodig zijn om de identiteit van de doden in Thailand vast te stellen. Bovendien is het mogelijk dat niet alle vermisten worden teruggevonden. Het kabinet bespreekt vrijdag de behoefte aan nazorg.
Ook nabestaanden van de inmiddels acht Nederlandse doden kunnen contact houden met de RIT’ers, meldt een woordvoerder van het RIT.