Dat staat in de eerste set ‘kankerprofielen’ van alle lidstaten die het dagelijks EU-bestuur heeft laten opstellen met talloze gegevens over de ontwikkeling, preventie en de bestrijding van de ziekte in de EU. De data werden in 2019 en 2020 op verzoek van de commissie verzameld door de OESO. Volgens die organisatie stierven in 2019 267 op 100.000 inwoners van Nederland aan de ziekte, terwijl het EU-gemiddelde toen 247 bedroeg. In Nederland komen long-, borst- en darmkanker het vaakst voor.

Volgens Eurocommissaris Stella Kyriakides (Gezondheid), die het initiatief presenteerde in het kader van Wereldkankerdag op 4 februari, wordt elke 12 seconden ergens in Europa bij iemand een vorm van kanker vastgesteld. „Het is de tweede meest voorkomende doodsoorzaak”, zei ze. Laaggeschoolden en mensen met lagere inkomens lopen meer risico.

De aanpak van kanker loopt nog ver uiteen in de EU, aldus Kyriakides. Zo wordt niet overal regelmatig borstkankerscreening of onderzoek op baarmoederhalskanker aangeboden. Ze wijst erop dat door vroege opsporing, behandeling en zorg steeds meer Europeanen kanker overleven. Na de zomer zal de commissie nieuwe aanbevelingen presenteren over vaccins die kanker kunnen voorkomen, zei ze.

Volgens Kyriakides is het „onaanvaardbaar” dat kankerpatiënten soms nog decennia na remissie door hun medische geschiedenis problemen ondervinden bij het afsluiten van verzekeringen en de toegang tot financiële diensten.

KWF Kankerbestrijding spreekt van „een belangrijk signaal dat we aan de slag moeten met het verbeteren van de aanpak van kanker in Nederland”. Wetenschappelijk directeur bij het KWF Carla van Gils zegt dat er meerdere factoren een rol kunnen spelen bij de totstandkoming van de cijfers. „Landen met goede registratie en bevolkingsonderzoeken zien vaak hogere aantallen nieuwe kankergevallen.” Maar, „ook dan zijn de cijfers nog hoog in Nederland”, zegt ze. Het KWF pleit voor inzetten op preventie, maar ook psychosociale zorg en palliatieve zorg zijn volgens de organisatie belangrijk.