Kleinste krimp voor Nederlandse industrie in 5 maanden
De bedrijvigheid in de Nederlandse industrie is in januari minder sterk gekrompen dan in voorgaande maanden. Volgens cijfers van de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi) gaat het om de kleinste krimp in vijf maanden. De industrie werd onder meer geholpen door een toename van de productie. Die nam voor het eerst in zes maanden weer licht toe.
De zogeheten inkoopmanagersindex van de Nevi steeg vorige maand naar een stand van 49,6 van 48,6 in december. Een niveau van 50 of meer wijst op groei, daaronder op krimp. De graadmeter zakte in september voor het eerst in twee jaar onder de 50, wat dus krimp van de industriële bedrijvigheid betekent.
De Nevi zegt dat de nieuwe orders de kleinste daling in zes maanden lieten zien, net als de exportorders. De inkoopactiviteiten namen wederom af, maar wel in de kleinste mate in vijf maanden. Ook bleef de werkgelegenheid in de industrie toenemen en is het optimisme bij ondernemers over de toekomst het hoogst in elf maanden.
In een toelichting stelt sectoreconoom Albert Jan Swart van ABN AMRO dat de industrie de toelevering van onderdelen en materialen eindelijk ziet verbeteren. „In januari zijn de levertijden voor het eerst sinds 2019 afgenomen. En voor het eerst sinds juli vorig jaar is de Nederlandse industriële productie licht gegroeid ten opzichte van de voorgaande maand, mede dankzij de verbeterde toelevering van materialen”, aldus Swart.
Volgens hem zitten energie-intensieve branches als de papier-, basismetaal- en chemische industrie nog wel in een lastig parket, maar zijn de gevolgen van de energiecrisis veel minder pijnlijk dan enkele maanden geleden, vooral dankzij de zachte winter in Europa. „Sommige fabrieken die afgelopen zomer de productie hadden stilgelegd kunnen misschien binnenkort weer opstarten. Los daarvan ziet de nabije toekomst er voor het overgrote deel van de Nederlandse industrie een stuk zonniger uit”, meldt Swart.