Medewerkers Arriva staken donderdag in oosten en noorden
Een deel van de medewerkers in het streekvervoer gaat donderdag al staken. Volgens vakbond VVMC treffen de nieuwe acties het regionale spoorvervoer van Arriva in het oosten en noorden van Nederland. Het personeel dat werkt vanuit Leeuwarden, Emmen, Mariënberg en Zwolle legt het werk neer, zegt de VVMC. Het is mogelijk dat deze staking ook invloed heeft op het overige vervoer in de noordelijke en oostelijke provincies.
De actie heeft betrekking op het zogeheten multimodale streekvervoer met zo’n 1300 werknemers, voornamelijk treinpersoneel. Onder de cao vallen bedrijven die zowel bus- als treinvervoer aanbieden, zoals Arriva en Keolis.
„We gaan inmiddels de derde stakingsdag in met het personeel van Arriva. We strijden voor minder werkdruk en een hoger loon”, aldus bestuurder Wim Eilert van VVMC. Eerdere stakingsdagen in december in het noorden van het land leidden ook tot problemen met de dienstregeling in omliggende noordelijke provincies.
Volgende week leggen de medewerkers van de grotere streekvervoer-cao vijf dagen lang het werk weer neer, werd onlangs al aangekondigd. Onder die cao vallen 13.000 mensen. Dit zijn vooral veel buschauffeurs. Zo’n grote landelijke staking zorgde er eerder deze maand voor dat twee dagen lang ongeveer 40 procent van het openbaar vervoer uitviel in verschillende regio’s.
„Bij beide cao’s gaat het om dezelfde problemen, mensen kunnen door de hoge inflatie amper meer rondkomen en door personeelstekort en hoog ziekteverzuim is de werkdruk torenhoog. Daar moet snel wat aan gedaan worden”, zegt FNV-bestuurder Edwin Kuiper. Hij maakt zich er hard voor dat de lonen van de medewerkers automatisch meestijgen met de inflatie. Ook zouden er volgens hem maatregelen moeten worden genomen om de werkdruk en daarmee het ziekteverzuim te verlagen.
Werkgeversorganisatie VWOV laat intussen weten dat het laatste bod van de werkgevers voor de grote streekvervoer-cao niet meer geldt. De werkgevers boden daarbij onder meer 8 procent loonsverhoging voor 2023. De vakbonden hadden al aangegeven dit veel te weinig te vinden. Voor de VWOV was die opstelling reden om zelf ook een ultimatum te stellen. Als de bonden niet op tijd zouden ingaan op het bod, dan zou het vervallen. Dat laatste is nu gebeurd.
„We horen veel geluiden in onze bedrijven van medewerkers die het voorstel van de werkgevers wel steunen”, zegt VWOV-voorzitter Fred Kagie. „Die collega’s zijn niet altijd lid van een bond en horen bij de stille meerderheid. We gaan daarom op korte termijn zelf peilen wat werknemers in de sector belangrijk vinden.”