Kustgemeenten: Onderzoek effect garnalenvisserij op Wad
Er moet snel een breed en onafhankelijk onderzoek komen naar de effecten van garnalenvisserij in de Waddenzee.
Dat stellen gemeenten en provincies die bezorgd zijn over het voortbestaan van de sector.
Het Bestuurlijk Platform Visserij (BPV) zegt te vrezen voor „desastreuze gevolgen voor de visserijsector” als natuurorganisaties succes boeken bij de rechter in hun bezwaren tegen verleende visvergunningen. Het BPV bestaat uit zes provincies en zeventien gemeenten waar de visserij een rol van betekenis speelt.
Een van de zaken betreft het gedoogbesluit van het ministerie van Landbouw om de garnalenvisserij op de Waddenzee de komende negen maanden toch toe te staan, al is er vanwege aangescherpte stikstofnormen geen geldige vergunning meer voor. Binnen die periode moet de vloot sterk verduurzamen om wel aan de (stikstof)regels te gaan voldoen. Vijftien natuurclubs hebben tegen het besluit bezwaar aangetekend. Zij stellen dat de visserij schadelijk kan zijn voor de waddennatuur, bijvoorbeeld door aantasting van zeegrasvelden en mosselbanken.
Slepen
Bij de garnalenvisserij worden netten gebruikt die over de zeebodem slepen. De Waddenacademie stelde onlangs dat de garnalenvissers in hun vergunningaanvraag onvoldoende hebben aangetoond dat daarbij geen schade aan de natuur wordt toegebracht. Tjisse van der Heide, hoogleraar kustecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en een van de schrijvers van de evaluatie, zei daarover: „Zij moeten juist aantonen dat het niét schadelijk is. En dat hebben ze in hun beoordeling niet gedaan.”
Minister Christianne van der Wal besloot in december al om geen nieuwe vergunningen voor garnalen-, ensis- en spisulavisserij in de delta bij de Tweede Maasvlakte te verlenen, nadat natuurclubs van de rechter gelijk hadden gekregen dat de natuurcompensatie voor die industrie-uitbreiding tekortschiet.
Onderzoek
Het BPV houdt er rekening mee dat het visbesluit rond de Maasvlakte ook gevolgen krijgt voor het Waddengebied. Voorzitter Jo-Annes de Bat zou dat voorbarig vinden. „Een zwaarwegend besluit om garnalenvisserij te beëindigen, moet gestoeld zijn op gedragen wetenschappelijk onderzoek. Daar is op dit moment geen sprake van”, meent De Bat, tevens gedeputeerde Visserij in de provincie Zeeland.
Volgens De Bat hadden recente onderzoeken naar de gevolgen van garnalenvisserij voor de natuur ,tegengestelde uitkomsten”. Hij pleit daarom voor een brede onderzoekscommissie die „op basis van uitgebreid en gedegen wetenschappelijk onderzoek de mogelijke effecten van garnalenvisserij in Natura 2000-gebieden spoedig in beeld brengt”. Op basis daarvan moet worden bezien „of en hoe verduurzaming van de visserij wenselijk en mogelijk is” en kan de overheid een gefundeerd besluit nemen, stelt de BPV.