Iemand met een VUT–uitkering mag nu geen werk verrichten. Maar volgens de RMO moet dat omgedraaid worden: aan de VUT moet een „eis van activiteit" worden gekoppeld.

Het adviesorgaan stelt verder voor om werknemers die lager betaald werk accepteren, hun uitkeringsrechten toch te laten behouden. Ook moeten CAO–bepalingen waarin staat dat iemand op zijn 65e kan worden ontslagen, verdwijnen.

Tweede–Kamerlid Bussemaker van de PvdA juicht het toe dat de RMO ouderen langer maatschappelijk aan de slag wil houden en vrijwilligerswerk wil stimuleren. Maar in het voorstel om mensen met een VUT–uitkering te verplichten actief te blijven ziet zij niets.

„De VUT komt tot stand via afspraken tussen werkgevers en werknemers. Daar moet je als overheid niet in willen treden." Bovendien is de VUT geen werkloosheidsuitkering. „Je kunt mensen die fysiek op zijn niet dwingen actief te blijven." Het Kamerlid vreest ook dat het RMO–voorstel voor werkgevers een prikkel kan vormen om ouderen eerder aan de kant te zetten.

Bussemaker vindt het wel goed dat de RMO met suggesties komt om langer doorwerken voor werknemers aantrekkelijk te maken. „Dat is beter dan de aanpak van het kabinet, dat alleen maar bezig is met snijden in voorzieningen."

De RMO heeft het rapport woensdag aangeboden aan staatssecretaris Ross van Volksgezondheid. De staatssecretaris zei het belangrijk te vinden dat ouderen langer actief blijven deelnemen aan de maatschappij. Dat is volgens haar goed om Nederland draaiend te houden, en goed voor de ouderen zelf. „Ouderen willen vaak zelf aan de slag blijven." Het onderwerp van ouderen op de arbeidsmarkt is naar de mening van Ross zo belangrijk dat het hele kabinet zich ermee bezig moet houden. Volgens haar is het een belangrijk thema voor de toekomst.

Vice–voorzitster A. Jongerius van de FNV spreekt van een wonderlijk advies van de RMO. „Het lijkt wel afkomstig vanuit de sociale heilstaat–gedachte. Er wordt gedaan alsof er een subsidiekraan opengaat als je stopt met werken. Mensen hebben zelf voor de VUT een deel van hun loon opzij gezet," stelt zij.

De FNV–bestuurster vraagt zich af hoe de RMO denkt te kunnen oordelen over de activiteiten van ouderen. „Komt er dan een inspecteur voor de zinvolle dagbesteding langs: Oh, mevrouw leest u een boek? Bent u alweer met de kleinkinderen op stap?"