VVD wil verder zonder PvdA
Kort voor de officiële start van de campagne voor de Tweede-Kamerverkiezingen van 15 mei is het voor de kiezer vrijwel duidelijk tot welke nieuwe regeringscoalitie zijn stem gaat leiden.
Nadat eerder al PvdA, D66 en GroenLinks de kans op een regering met de Lijst Pim Fortuyn uitsloten, liet dit weekeinde ook VVD-leider Dijkstal in zijn kaarten kijken. Op de jaarlijkse algemene vergadering van de liberalen in Veldhoven liet hij weten dat de VVD een nieuwe regering wil zonder de huidige paarse coalitiegenoot de PvdA.
Want, zo stelde de liberale leider, met de sociaal-democraten was het de afgelopen acht jaar niet gelukt om op terreinen als files, wachtlijsten in de zorg, WAO en immigratie knopen door te hakken.
Kortom, na twee paarse kabinetten is die samenwerkingsvorm tussen VVD en PvdA voorbij en ook voor een brede coalitie van die grote twee met het CDA gooide Dijkstal de deur dicht.
Voor de komende kabinetsperiode lijken er dan ook nog slechts twee coalities in het verschiet te liggen. Aan de ene kant is er de centrum-linkse regering van PvdA, CDA, GroenLinks en eventueel D66. Daar tegenover staat de keuze voor een centrum-rechts kabinet van VVD, CDA en de Lijst Pim Fortuyn. Eventueel kan een niet al te fors verliezend D66 nog een rol spelen als de liberalen en christen-democraten het een te groot risico vinden om met nieuweling Fortuyn een regering te vormen.
De kiezer mag het zeggen. Simpel gesteld: wordt het een „links” of een „rechts” kabinet in Nederland. Hoe de stembusuitslag op 15 mei ook uitpakt, het CDA lijkt straks sowieso aanspraak te kunnen maken op een aantal stoelen in de Trêveszaal waar wekelijks het kabinet bijeenkomt.
Na acht jaar afwezigheid zijn de christen-democraten weer terug in het centrum van de macht. „De kans op regeren is inderdaad weer een stuk groter geworden”, stelde CDA-leider Balkenende dit weekeinde gniffelend vast.
De uiterst comfortabele positie dankt het CDA onder meer aan de stand in de opiniepeilingen. Waar coalitiepartijen PvdA, VVD en D66 op groot verlies staan, mogen de christen-democraten sinds de leiderschapscrisis van vorig najaar volgens de peilingen meestal een kleine maar stabiele winst bijschrijven. In het voetspoor van de PvdA als grootste in de peilingen, is het CDA daarom voor alle mogelijke coalitievormen nodig om aan de gewenste meerderheid in de Tweede Kamer te komen.
Maar de comfortabele positie ten spijt, doemen meteen allerlei dilemma’s op voor CDA-leider Balkenende. Hoe lang houdt het CDA het bijvoorbeeld vol om de keuze voor een coalitiepartner open te houden? Zowel PvdA-leider Melkert als VVD-lijsttrekker Dijkstal zal ongetwijfeld de christen-democraten herhaaldelijk om duidelijkheid vragen.
En zal de kiezer centrumpartij CDA niet vergeten als hem de keuze tussen een „links” of „rechts” Nederland wordt voorgelegd? Nog zo’n vraag: hoe graag willen de christen-democraten, met een jarenlange traditie met premier Lubbers in het achterhoofd, de premier leveren?
De huidige opiniepeilingen geven in een centrum-rechts kabinet meer kans op een „minister-president Balkenende” dan in een regering met de PvdA. En hoe groot moet de afstand blijven tot Fortuyn, de man die straks misschien wel nodig is om een centrum-rechts kabinet te vormen? In een verkiezingsdebat bleek zaterdag opnieuw dat Balkenende veel beter met Fortuyn overweg kan dan bijvoorbeeld Melkert.
De duidelijkheid dit weekeinde van Dijkstal heeft de campagnestrategen van de andere partijen waarschijnlijk weer tot extra beraad gebracht. Die van het CDA wellicht nog het meest, want ondanks de luxueuze positie blijft het langdurig wedden op „twee paarden” een moeilijke zaak.