Jurist: Bouwplan zorgt voor balans tussen bezwaarmakers en woningzoekers
De plannen van minister De Jonge om de woningbouw te versnellen zorgt volgens Pieter van der Woerd, advocaat omgevingsrecht bij NewGround Law, voor een betere balans tussen bezwaarmakers en woningzoekers.
Van der Woerd adviseert en procedeert regelmatig over (woning)bouwprojecten. „Het is goed dat de bezem door de voorfase van bouwprojecten wordt gehaald. De meeste vertraging zit nog altijd aan de voorkant”, zegt de jurist.
Toch relativeert hij een aantal van de voorgestelde plannen enigszins. „Verkorting van vergunningprocedures betekent primair verandering van gedrag, van de manier van werken. Want de wet kent al bepaalde termijnen voor het nemen van een besluit of het behandelen van een bezwaar. Die worden alleen zelden gehaald.”
Dat de termijnen worden overschreden komt mede door personele krapte, ziet Van der Woerd. Daarom pleit hij voor meer capaciteit, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. „Procedurele versnelling van vergunningprocedures komt niet op gang met een zak geld en een blik ervaren omgevingsrechtjuristen kan niet zomaar worden opengetrokken.”
Volgens de advocaat zitten er de nodige haken en ogen aan het voorstel dat bezwaarmakers alleen nog maar bij de Raad van State terechtkunnen. „Een beroepsinstantie minder levert zeker tijdswinst op, maar lang niet alle bezwaar- en beroepsprocedures tegen omgevingsvergunningen komen uiteindelijk bij de Raad van State terecht. Een goede behandeling in bezwaar of beroep bij de rechtbank kan een geschil ook beslechten.”
Daarnaast krijgt de Raad van State –voor de zaken in hoger beroep– vaak „een voorgekookt dossier”, omdat er al een rechter naar heeft gekeken. Van der Woerd: „In de nieuwe situatie gaat een zaak gelijk naar de Raad van State, maar die hebben helemaal niet de capaciteit om alles uit te zoeken. De Raad van State is nu al overbelast.”
Tot slot vraagt Van der Woerd zich af waarom de regeling alleen zou moeten gelden voor de grotere bouwprojecten (vanaf 12 woningen, MK). „Ik vind het wonderlijk dat juist complexere zaken minder rechtsbescherming hebben. Dat is juridisch gezien niet zonder meer logisch. En: ook andere maatschappelijk relevante projecten verdienen een voortvarende behandeling.”