Genieten van de gave van genoeg
Zolang ik me kan herinneren, hebben we al de gewoonte om de Bijbel van kaft tot kaft te lezen op vaste momenten op de dag. Een gewoonte die ik steeds meer ben gaan waarderen.
Niet alleen lees je op deze manier in een vaste cyclus de hele Bijbel, soms krijg je ook Bijbelgedeelten aangereikt die je onverwacht verrassen. Zo lazen we in de eerste weken van dit jaar Prediker 3: „Alles heeft een bestemde tijd en alle voornemen onder de hemel heeft zijn tijd.” En daarop volgt de bekende opsomming van zaken waarvoor een vastgestelde tijd geldt.
Meer dan vorige keren bleef dit hoofdstuk een tijdje door mijn hoofd spelen. Misschien kwam het doordat het begin van een nieuw jaar bij uitstek een tijd is om even pas op de plaats te maken. Een moment om stil te staan bij wat achter ons ligt en wat er in het komende jaar voor ons ligt, in ons persoonlijke leven maar ook in het wereldgebeuren.
In Prediker 3 wordt van 28 zaken beschreven dat er een bestemde tijd voor is. Wat daarbij gemakkelijk in het oog springt, is dat het steeds gaat om twee tegengestelde zaken: geboren worden tegenover sterven (vers 2), bewaren tegenover wegwerpen (vers 6), liefhebben tegenover haten (vers 8). Minder opvallend is dat het bij vrijwel alle paren gaat om zaken die actief handelen van mensen betreffen, dingen die men kan doen of nalaten. Dat klinkt door in de woorden „een tijd om te…”, en dan volgt de handeling: planten, uittrekken, afbreken, opbouwen, zwijgen, spreken enzovoort. Alleen voor het eerste paar in de opsomming geldt dit niet: geboren wórd je en sterven is ook iets wat je ondergaat. En ook in het laatste paar is de formulering anders: „een tijd van oorlog en een tijd van vrede”. In deze bewoording ligt de nadruk op het aanwezig zijn van oorlog of vrede, niet op het handelen van mensen om dat te bewerkstelligen.
Het hoofdstuk vervolgt met de vraag welk voordeel de mens heeft van al zijn zwoegen en dat Prediker heeft gezien welke bezigheden God aan de mensen heeft gegeven om druk mee te zijn, zoals vers 9 en 10 in een Engelse Bijbelvertaling, de English Standard Version, zijn verwoord. Het doet me denken aan de grote problemen die momenteel in de wereld spelen: klimaatveranderingen die steeds dreigender worden, de schaarste aan grondstoffen en de stijgende prijzen van producten die tot de eerste levensbehoeften behoren. Maar ook de beschamende manier waarop met het kwetsbare in de samenleving wordt omgegaan. Denk maar aan de nog steeds niet opgeloste toeslagenaffaire, aan de schijnbaar onoplosbare asielproblemen in Nederland en wereldwijd.
Al deze problemen zijn ontstaan door menselijk handelen. Doordat mensen zich meer toe-eigenen dan nodig is voor het ‘gewone’ dagelijkse leven, zonder zich te bekommeren om de gevolgen daarvan voor de meer kwetsbare groepen. Door er geen acht op te slaan dat de tijd om zich dingen toe te eigenen ook een einde moet hebben en de tijd om te bewaren al lang was aangebroken. Het gevolg is dat, hoe mensen ook proberen deze problemen weer onder controle te krijgen, het vergeefs gezwoeg blijft. Zolang men zich meer blijft toe-eigenen dan nodig is, zal men zich daarmee blijven vermoeien. Dan blijft het de mensen uit de hand lopen…
En toch, gelukkig kan Prediker verder kijken. Hij heeft gezien dat God alle dingen mooi heeft gemaakt, op hun tijd, dat de mens alles wel wil begrijpen maar daar beperkt in is. Voor de mens is het genoeg, ja, is er zelfs niets beters dan (vers 12 en 13) „zich te verblijden, en goed te doen in zijn leven. Ja ook, dat ieder mens ete en drinke, en het goede geniete van al zijn arbeid. Dit is een gave Gods.”
Wat een rijkdom zal het zijn als het komende jaar een tijd zal zijn om van die gave te genieten, de gave van het genoeg.
De auteur is universitair hoofddocent verpleegkunde in het Leids Universitair Medisch Centrum.