Getuigen zwijgen in strafproces ‘Rico de Chileen’
Een aantal getuigen dat is opgeroepen in het proces in hoger beroep tegen de 49-jarige Richard R., beter bekend als ‘Rico de Chileen’, wil geen verklaring afleggen. De rechtbank veroordeelde R., die geldt als onderwereldkopstuk, in mei 2021 tot elf jaar cel voor het leiden van een criminele organisatie die liquidaties pleegde en misdaadgeld witwaste.
Het gros van de getuigen wordt door het Openbaar Ministerie gezien als lid van R.’s veronderstelde bende. Onder hen zijn Ridouan Taghi, hoofdverdachte in het liquidatieproces Marengo, en de in 2021 in Dubai aangehouden Italiaan Raffaele Imperiale, die als maffiabaas te boek staat.
Justitie vervolgt een aantal van de getuigen voor (onder meer) het lidmaatschap van R.’s organisatie. Twee van hen verschenen vrijdag in de extra beveiligde rechtszaal op Schiphol, waar het Amsterdamse gerechtshof het proces in hoger beroep tegen R. behandelt. Nadat zij, geflankeerd door hun advocaten, te kennen hadden gegeven geen enkele vraag te willen beantwoorden, konden zij na enkele minuten weer vertrekken. De getuigen hoeven niet te verklaren als zij zichzelf daarmee belasten; zij kunnen zich beroepen op hun zogeheten verschoningsrecht.
Het hof stelde het voor 18 januari geplande verhoor van Taghi voor onbepaalde tijd uit. Voor een verhoor van Imperiale heeft het OM een verzoek bij de Italiaanse autoriteiten ingediend. In december meldden diverse Italiaanse media dat Imperiale een deal wil sluiten met justitie en verklaringen wil afleggen tegen criminele partners. Of R. en - bijvoorbeeld - Taghi daarvan iets te duchten hebben is vooralsnog onbekend. Het OM verwacht dat de Italiaanse justitie eerst zelf de verhoren van Imperiale wil afwikkelen. Ook andere landen waar hij crimineel actief zou zijn geweest zouden hem aan de tand willen voelen. Imperiale en zijn criminele handlangers worden beschouwd als grote spelers in de internationale cocaïnehandel.
Amsterdammer R. werd in oktober 2017 gearresteerd in zijn geboorteland Chili en aan Nederland uitgeleverd. In het vonnis schreef de rechtbank dat hij R. „een goed georganiseerde moordorganisatie” heeft aangevoerd. Volgens de rechtbank werkten Taghi en R. in voorkomende gevallen nauw samen.
Het OM wil R. nog steeds vervolgen voor het medeplegen en uitlokken van moorden, naast de nu in hoger beroep lopende zaak. Om dat te kunnen doen, is toestemming van Chili nodig. R. is uitgeleverd op basis van de aanklacht waarvoor hij nu in hoger beroep terechtstaat. Die mag niet zonder toestemming van het uitleverende land worden uitgebreid. De communicatie hierover lijkt traag te verlopen; een zogeheten aanvullend rechtshulpverzoek moet nog door het OM in Nederland aan Chili worden verstuurd. Het hof zei niet te begrijpen waarom dat niet is gebeurd.