Gänswein rekent in zijn boek af met huidige paus
Hooggespannen verwachtingen worden niet altijd bewaarheid. Die indruk krijg je bij het lezen van ”Nient’altro che la verità. La mia vita a fianco di Benedetto XVI” (Niets dan de waarheid. Mijn leven naast Benedictus XVI), het vandaag verschenen boek van aartsbisschop Georg Gänswein.
De voormalige secretaris van de pas overleden ex-paus Benedictus schreef het boek in samenwerking met de Italiaanse Vaticaankenner Saverio Gaeta. Dankzij een serie voorpublicaties en geruchtmakende interviews met de auteur heeft hun werk al de nodige sensatie vooraf veroorzaakt, maar de volledige tekst voegt daar niet echt veel opzienbarends aan toe.
Het boek, dat het midden houdt tussen een autobiografisch verslag en een klassieke hagiografie, wil het „ware gelaat tonen” van Joseph Ratzinger die –volgens Gänswein totaal ten onrechte– in de pers bekend stond als de ”Pantserpaus” of de ”Rottweiler van God”. Na een aantal hoofdstukken over zijn jeugd en zijn jaren als aartsbisschop van München (1977-1982), komt Ratzingers periode als prefect van de congregatie voor geloofsleer aan de orde. Hij bekleedde die functie bijna een kwart eeuw lang, tot aan zijn verkiezing in 2005. Uit de voorbeelden die Gänswein aanhaalt, blijkt dat hij als hoeder van de rooms-katholieke orthodoxie strikte en strenge opvattingen koesterde. Zo ontraadde Ratzinger zijn voorganger, Johannes Paulus II, deelname aan de interreligieuze vredesbijeenkomst in Assisi. Interreligieuze dialoog is op zich goed, aldus kardinaal Ratzinger, maar dan wel cum Petro et sub Petro (met en onder Petrus): het primaat van de bisschop van Rome staat niet ter discussie.
Bevrijdingstheologie
De overleden paus keerde zich tegen de zogeheten bevrijdingstheologie, met het argument dat de kerk niet met politieke maar met spirituele middelen naar vrijheid moet streven, en beklaagde zich over de goddeloze „radicale verlichtingscultuur die in onze tijd tot ontwikkeling is gekomen”.
Gänswein meldt ook luchtiger feitjes over Benedictus, die hij sinds 2013 als naaste medewerker diende en sinds 2015 ook als prefect van de pauselijke huishouding. Zo droeg Benedictus graag rode schoenen (een voorrecht van de Romeinse keizers dat de pausen hebben overgenomen), maar niet van Prada, zoals een modemagazine had gesuggereerd. Hij speelde piano, bij voorkeur Schubert en Mozart.
Butler
Gänswein staat uitgebreid stil bij het schandaal dat bekend is geworden onder de naam Vatileaks. In het voorjaar van 2012 verschenen in Italiaanse media aan de paus persoonlijk gerichte brieven en berichten met verwijzingen naar verdeeldheid binnen de curie en slecht bestuur van de Vaticaanse bank IOR. Hoofdpersoon daarin was kardinaal Tarcisio Bertone, de toenmalige secretaris van staat, ofwel de Vaticaanse regeringsleider, met wie –zo blijkt overduidelijk uit Gänsweins commentaren– paus Benedictus geen goede relatie had. Bij de speurtocht naar het lek bleek uiteindelijk dat, heel klassiek, de butler informatie had gelekt: Paolo Gabriele, de persoonlijke bediende van de paus, had de documenten gefotografeerd en doorgespeeld naar journalisten.
In enkele van de meest onderhoudende pagina’s van het boek beschrijft Gänswein hoe hijzelf de dader wist te ontmaskeren, nadat bleek dat sommige documenten alleen van Gänsweins schrijftafel afkomstig konden zijn. Gänsweins gaf toe dat hij slordig was geweest en bood de paus zijn ontslag aan, wat Benedictus uiteraard weigerde. Gabriele daarentegen bracht een paar maanden in de Vaticaanse cel door en werd ontslagen.
Verdwijning
Een van de ontvreemde stukken had betrekking op de zaak Emanuela Orlandi, de in 1983 spoorloos verdwenen 15-jarige dochter van een Vaticaanse employé. De zaak gaf weer voedsel aan al jaren circulerende geruchten over mogelijke betrokkenheid van het Vaticaan bij de verdwijning. Gänswein laat die verhalen nog eens de revue passeren en ontkent dat er een Vaticaans dossier over Orlandi zou bestaan. Maar hij schrijft ook dat hij zelf alle in het Vaticaan beschikbare informatie had opgevraagd.
Tot slot komt hij met een eigen verklaring: „Het zou kunnen dat het medeleven en de bezorgdheid van paus Wojtyla, die in zijn Angelus toespraak van 3 juli 1983 een appel deed op Emanuela’s ontvoerders, als ongewenst neveneffect tot smerige manoeuvres van misdadigers zonder scrupules hebben geleid.” Het is mogelijk, maar nieuwe feiten biedt Gänswein niet rond de zaak.
Gegriefd
Het laatste deel van zijn herinneringen gaat over het aftreden van Benedictus, diens leven daarna en de verhouding tussen ”de twee pausen” (waarbij het interessant is dat de trouwe Georg zijn werkgever nog steeds zo noemt). Als de twee pausen elkaar ontmoetten wisselden ze de nationale lekkernijen dulce de lecce en Lebkuchen uit, maar Franciscus gaf geen gehoor aan adviezen van zijn voorganger en kwetste hem door diens herwaardering van de oude Tridentijnse mis terug te draaien, aldus Gänswein.
Hij gaat verder uitgebreid in op een incident rond de conservatieve Guinese kardinaal Robert Sarah, die in 2020 een door hem geschreven pamflet tegen gehuwde priesters presenteerde als een coproductie met de emeritus paus. Maar vooral klaagt hij over de manier waarop hijzelf door de huidige paus werd behandeld. Franciscus liet hem bij officiële ontvangsten vaak links liggen, ontzegde hem het recht op een ambtswoning en stuurde hem na het incident met Sarah zonder omwegen de laan uit. „Van nu af aan blijft u thuis. Houd Benedictus gezelschap en bescherm hem, want dat heeft hij nodig. U blijft prefect, maar kom morgen niet terug op het werk”, zei de paus tegen een stomverbaasde en gegriefde Gänswein. En daarmee krijgt zijn boek mede het karakter van een persoonlijke afrekening.