Meditatie: Echt Jezus zien
Lukas 2:30
„Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien.”
De geboren Jezus moet u dierbaar worden, als uw Heilsprofeet, Priester en Koning. Dan eerst kunt u voor God behaaglijk naderen in Zijn Zoon en dan ook zult u, terwijl u pleit op dat welbehagen, aanvankelijk reeds van die zalige vrede der ziel iets smaken. Nog steeds laat een lankmoedig God Zijn welbehagen aan u verkondigen. Zijn gezanten roepen u dit toe, met al de ernst, die het eeuwig gewicht der zaak vereist. Nog zweert Hij, als de oneindige Ontfermer, in uw dood geen lust te hebben, maar daarin, dat u zich zou bekeren tot Hem en leven. Mocht u dan nog in dit heden der genade, eer het wellicht voor eeuwig te laat is, tot Hem komen en behoud vinden voor uw ziel.
Zijn er Godzoekende zielen hier tegenwoordig, die al zuchtend begeren, dat dit welbehagen Gods ook aan hun ziel, op dit heuglijk feest, mocht worden verheerlijkt en dat zij de geboren Koning, door een volkomen geloof, als hun gezegende Borg en Heere konden omhelzen? Ja, die dit geluk oneindig groter schatten, dan alles wat de wereld kan aanbieden, maar in vrees en grote bekommering verkeren of hun dit wel ten deel valt, omdat zij zich als zulke grote zondaren of zondaressen hebben leren kennen? Bekommerde zielen, u hebt het gehoord: Gods engelen bezongen het welbehagen in mensen. Mocht dit uur daartoe gezegend zijn!
Ds. D.A. Detmar, predikant te Ede
(”Enige eenvoudige Godvruchtige oefeningen”, 1828)