Kans dat het ‘oan giet’ mogelijk nog kleiner, ziet KNMI
De kans dat we ooit nog kunnen zeggen ‘It giet oan’ is mogelijk nog kleiner dan gedacht. „Voor een Elfstedentocht moet alles kloppen”, schrijft het KNMI dinsdag. Maar door het opwarmende klimaat kunnen koude periodes aan het einde van deze eeuw zo’n 2 tot 3 procent korter zijn. Dat is niet veel, maar „die ene dag kan net het verschil maken” voor De Tocht der Tochten, aldus het KNMI.
Voor de Elfstedentocht moet het zo’n vijftien opeenvolgende dagen vriezen, met een gemiddelde temperatuur van -4,2 graden. Als het in die dagen sneeuwt, kan dit leiden tot slechter ijs en bij zonnig weer groeit het ijs mogelijk ook minder snel aan.
Een eeuw geleden kwam de lange schaatstocht ongeveer eens in de vijf jaar voor, becijferde het KNMI in 2022. Inmiddels ligt die kans al op eens in de twaalf jaar. En als de temperatuur op aarde met zo’n 2 graden opwarmt, kan de tocht mogelijk nog maar eens in de twintig jaar voorkomen.
De laatste Elfstedentocht was in 1997. In 2012 ontstond nog wel Elfstedenkoorts, maar toen was het ijs op meerdere plekken niet dik genoeg. Het KNMI concludeerde destijds dat de ijsgroei voor een groot deel was afgeremd door de sneeuw die viel kort nadat de meren waren dichtgevroren. Ook ging er een warme periode vooraf aan de koudegolf. In een kouder klimaat was de benodigde dikte van het ijs mogelijk wel gehaald.