Indonesië biedt rebellen Atjeh bestand aan
De Indonesische stafchef generaal Endriartono Sutarto heeft de separatisten in de provincie Atjeh dinsdag een nieuwe wapenstilstand aangeboden. Hij herhaalde de beschuldiging dat de guerrillastrijders hulpgoederen voor de overlevenden van de tsunami van 26 proberen te stelen. Een woordvoerder van de guerrillabeweging GAM sprak de beschuldiging vanuit Zweden tegen. Aanhangers van de GAM behoren zelf tot de duizenden slachtoffers die hulp nodig hebben en het leger probeert de guerrillabeweging zwart te maken, zei woordvoerder Baktiar Abdullah.
Generaal Sutarto zei dat er nog weinig GAM–strijders over zijn na de tsunami. Hoe hij tot die conclusie komt, maakte hij niet duidelijk. Kort voor de zeebeving en daaropvolgende vloedgolven meldde het leger dat er nog tweeduizend GAM–strijders waren, die zich in de bergen in het binnenland hadden teruggetrokken. Sutarto zei dat de GAM geen hulpkonvooien hoeft te overvallen om aan voedsel te komen. ‘Als ze om voedsel vragen, zullen we het hun geven’, zei hij.
GAM–woordvoerder Abdullah noemde het naef om te denken dat leiders van de GAM met het leger willen praten. ‘Al onze leiders, van de (politieke) leiders tot de militaire commandanten, hebben de hoogste prijs op hun hoofd staan.’ Hij toonde zich sceptisch over het ‘late’ bestandsaanbod, ‘maar alle pogingen om een vreedzame atmosfeer te scheppen zijn welkom. Wij hopen dat zij hun belofte gestand doen en de wapenstilstand naleven.’
In een eerder gesprek met buitenlandse officieren die bij de hulpverlening in Atjeh assisteren zei Sutarto dat het leger zich concentreerde op de wederopbouw ‘zonder de operationele veiligheid ten aanzien van door de GAM begonnen verstoringen in het geding te brengen’.
De Australische regering heeft besloten om militairen die naar Indonesië worden gestuurd om te helpen, niet te bewapenen. Minister van buitenlandse zaken Alexander Downer zei dinsdag dat Australië tevreden is met de bescherming die het Indonesische leger biedt. Gewapende troepen zouden gevoelens van vijandigheid kunnen oproepen en de kans dat ze beschoten worden eerder groter dan kleiner maken, zei Downer.
Het hoofd van de militaire inlichtingendienst in Atjeh, kolonel Ayardi, heeft hulporganisaties gevraagd om een lijst van alle buitenlandse hulpverleners in de provincie. Ook wil de dienst van te voren op de hoogte worden gesteld als zij zich buiten de provinciehoofdstad Banda Atjeh begeven. De leider van de Indonesische hulpoperaties, Budi Atmaji, zei dat het in sommige gebieden buiten Banda Atjeh onveilig is en dat de autoriteiten de hulpverleners willen ‘ondersteunen’.
Om de luchthaven van Banda Atjeh te ontlasten heeft Indonesië op het eilandje Sabang, even ten noorden van Sumatra, een tweede vliegveld geopend voor de aanvoer van hulpgoederen. Atmaji zei dat op alle luchthavens in Indonesië grote drukte heerst, maar dat de autoriteiten vooral bang zijn voor ongelukken op het vliegveld van Banda Atjeh. Daar werden voor de ramp drie vluchten per dag afgehandeld, nu meer dan tweehonderd.
Uit Jakarta zijn vijfhonderd hulpverleners aangekomen om doden te helpen bergen. Atmaji zei dat naar schatting nog 50.000 doden in Atjeh ‘verspreid’ liggen. Maandag werden bijna drieduizend doden begraven, waarmee het totaal dat is begraven op 65.600 kwam.
De regering bouwt 24 opvangkampen voor overlevenden, waarin de tenten waarin zij nu zijn ondergebracht geleidelijk worden vervangen door houten barakken.
Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties is begonnen met de verdeling van voedsel in Atjeh. Ongeveer 160.000 mensen krijgen een rantsoen voor een maand. In totaal heeft het WFP 8.080 ton verdeeld over meer dan een miljoen mensen in de tsunami–zone, die van Zuid–Azië tot aan Somalië in Afrika reikt.