Dat heeft staatssecretaris Van Ooijen (Jeugdzorg) de Tweede Kamer vrijdag laten weten. Daags voor het Kerstreces hadden de zorgwoordvoerders hem om opheldering gevraagd, nadat de bewindsman had laten weten dat de streefdatum van eind december niet was gehaald.

De invulling van de agenda is volgens hem in een vergevorderd stadium en alle betrokken partijen voelen nog steeds „de urgentie” om spoedig tot een afronding te komen. „Er zijn echter nog enkele laatste noten te kraken”, aldus de bewindsman in een Kamerbrief.

Een prangende vraag die nog open staat, is hoe Rijk en gemeenten de verantwoordelijkheden en risico’s moeten verdelen voor het geval de afgesproken hervormingen niet leiden tot de gewenste besparingen. Het maken van afspraken daarover vergt later deze maand nog een vervolggesprek.

Hetzelfde geldt voor de specifieke invulling van de eerder gemaakte afspraken om specialistische jeugdzorg niet lokaal, maar regionaal of landelijk in te kopen.

De CU-bewindsman spreekt tegen dat alle werkzaamheden die bedoeld zijn om het jeugdzorgstelsel beter te laten functioneren stil liggen, zolang de onderhandelingen nog niet zijn afgerond. Vorig jaar rekende een arbitragecommissie voor welke financiële injectie van het Rijk gemeenten nodig hadden om hun jeugdzorgtaken waar te kunnen maken. In een bestuurlijk overleg daarover kwamen partijen destijds al overeen welke verbeter- en bezuinigingsmaatregelen gemeenten zouden kunnen treffen buiten de Hervormingsagenda om, benadrukt Van Ooijen.