’t Schaap is over de dam
Dames mogen in de toekomst de Nederlands Gereformeerde Kerken dienen als ouderling en predikant. De Landelijke Vergadering heeft de knoop doorgehakt. Geruime tijd bleek een beduidende meerderheid in de diverse kleinere gereformeerde denominaties niet in te stemmen met het toelaten van vrouwelijke ambtsdragers. Maar het eerste schaap is nu over de dam. Het besluit van de meerderheid binnen de Landelijke Vergadering -want niet iedere afgevaardigde kan zich in de genomen beslissing vinden- heeft ondertussen consequenties voor de kleine oecumene.
Primair heeft de kwestie invloed op de eenheid binnen de kerken. Dat gevaar is altijd aanwezig bij synodale beslissingen over heikele kwesties. Indien een minderheid zich niet kan vinden in een uitspraak waarbij -volgens hen- het gezag van de Bijbel in het geding is, leidt dat gemakkelijk tot tegenstellingen. Het gros van afgevaardigden zal dan blij zijn met de verkregen ruimte. De tegenstemmers ervaren ingrijpend verdriet. Zulk meningsverschil kan de koinonia, de gemeenschap, schaden.
Handelingen 2:42 spreekt over het volharden in de leer der apostelen en in de gemeenschap. In Filippensen 3:10 schrijft de apostel Paulus: „Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner opstanding en de gemeenschap Zijns lijdens.” Maar waar allerlei soort van polarisatie de kerken bezighoudt -op welke wijze zij ook gereformeerd heten- leidt dat gemakkelijk tot verwijdering en verdenking. De band van de gemeenschap blijkt steeds losser. Dat betreft niet slechts de genoemde kwestie van de vrouw in het ambt. In toenemende mate staat ook de gemeenschap binnen andere kerken onder druk.
Terecht sprak de preses van de Landelijke Vergadering, ds. W. Smouter, over een „ingrijpend moment.” Het feit dat hij de vraag „Hoe nu verder?” stelde, bewijst dat hij het risico van vervreemding binnen de kerk wel peilde. Zijn waarschuwing tegen de tijdgeest -zal die het winnen, of zullen we in de nieuwe omstandigheden trouw blijven aan de Heere?- verdient bijval.
Ook voor de zogenoemde kleine oecumene is het besluit van de meerderheid van de Landelijke Vergadering van belang. In oktober publiceerde een achttal predikanten uit de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt een manifest waarin ze zich kritisch toonden ten aanzien van de Nederlands Gereformeerde Kerken. Juist over het rapport betreffende de vrouw in het ambt. Omdat daarin een manier van omgaan met de Schrift naar voren zou komen die „een breuk” betekent met het gereformeerde verleden. Het nu genomen besluit maakt dat verschil groter. Ten aanzien van de contacten tussen de Nederlands Gereformeerde en de Christelijke Gereformeerde Kerken vallen soortgelijke opmerkingen te maken.
Van een breuk met het verleden is zeker sprake. Na de Reformatie rees soms de vraag in hoeverre vrouwen een positie konden hebben in kerk. „Als het voorvalt”, moet Luther ergens in een preek uit 1522 hebben gezegd, „dat geen man aanwezig is, dan kan een vrouw optreden en voor anderen preken naar vermogen.” Dat blijft echter een noodgeval! Calvijn kent wel twee groepen diakenen: een voor het besteden van de aalmoezen en de andere voor de ziekenverzorging. Bij dat laatste wil hij vrouwen inschakelen. Maar de Geneefse reformator wil een vrouw niet toelaten tot het ambt.
Gaat het bij de meningsverschillen rond geloofsvragen om een steeds beter verstaan van de Heilige Schrift? Of is er ook binnen de christelijke gemeente sprake van invloed van het voor de actuele cultuur kenmerkende individualisme? En heeft dat een schadelijke invloed op de gemeenschap? Dat valt te vrezen. En het is veel breder dan één enkele gereformeerde denominatie en dan één enkel besluit over de vrouw in het ambt.