Hsl-talud Breda moet weer worden afgegraven
De hsl-projectorganisatie moet een talud van de nieuwe A16 bij Breda laten afgraven. Dat hebben de ministers Netelenbos (Verkeer) en Pronk (Milieu) vrijdag aan wethouder J. de Werd van Breda meegedeeld.
De Werd denkt dat de aanleg van de hsl-zuid drie tot zes maanden vertraging oploopt. Het ministerie van Verkeer vindt het nog te vroeg om die conclusie te trekken. „De planning komt wel onder druk, maar door het aanpassen van de werkvolgorde kan vertraging worden tegengegaan”, aldus een woordvoerster van Netelenbos. Het is de bedoeling dat er in 2006 snelle treinen tussen Amsterdam en Parijs over de hsl-zuid gaan rijden.
De 40.000 kubieke meter avi-slakken (verbrand huisvuil) die in het talud zijn verwerkt, liggen te dicht op het grondwater. Er bestaat daardoor een te grote kans op vervuiling daarvan. De ministers volgen met hun beslissing het advies dat TNO eerder had gegeven. TNO wil dat er tussen de slakken en het grondwater een extra laag zand van 60 centimeter komt.
Omdat dit een erg omvangrijke operatie is, wilde de hsl-organisatie het probleem oplossen door de grondwaterstand kunstmatig laag te houden. TNO heeft deze alternatieve oplossing onderzocht. Het instituut heeft aangegeven dat dit alternatief kwetsbaarder, onderhoudsgevoeliger en minder duurzaam is dan afgraven.
Wethouder De Werd van Breda is blij met de medewerking van beide ministers. Als handhaver van het Bouwstoffenbesluit zal de gemeente Breda volgende week de hsl-organisatie aanschrijven en haar opleggen de slakken weg te halen. De ministers hebben De Werd verder toegezegd de gemeente Breda binnen twee weken een voorstel te doen voor financiële ondersteuning.