Samuel Pollard, een tweede Hudson Taylor
Zijn wieg stond in het plaatsje Camelford in het Engelse graafschap Cornwall. Een gedenkplaat op de gevel van zijn geboortehuis herinnert aan zendeling Samuel Pollard (1864-1915). Hij vond zijn weg naar China om daar vanaf 1887 te werken onder de Miao-bevolking in Yunnan, gelegen in het zuiden van het immense land, het Evangelie van het kruis van Christus te verkondigen. Hoewel minder bekend dan Hudson Tayor, wordt ook hij beschouwd als een pionier onder de vele zendelingen in China.
Zijn ouders waren godvrezende mensen die behoorden tot de wesleyaanse methodisten. Dit kerkgenootschap was een vrucht van de opwekkingsbeweging die in Cornwall tot grote zegen was. Samuel behoorde tot een gezin waar driemaal daags huisgodsdienst werd gehouden. Al jong leerde hij de Heere vrezen. Als kind verdronk hij bijna in een put, waaruit zijn zus hem redde. Toen hij elf jaar oud was, maakte hij een geestelijke crisis door. Zijn zus vond hem op een avond geknield bij zijn bed. Hij worstelde om tot helderheid te komen over zijn relatie met God. Toen zijn vader hem ook zo vond, gaf de jongen getuigenis dat hij had gevonden wat hij had gezocht. Sindsdien had hij naar zijn zeggen nooit meer getwijfeld of hij een kind van God was.
Het leek erop dat deze intelligente jongeman een carrière ambieerde bij de spaarbank van de posterijen. Maar tijdens een conferentie in Londen in 1885 voelde hij zich geroepen tot zendeling. Hij hoorde James Hudson Taylor (1832-1905) spreken over de ontzettende geestelijke nood in China. Hij las het boek ”China’s miljoenen”, dat hem zo aangreep dat hij vastbesloten was om naar dit land te gaan. Zijn vader accepteerde zijn beslissing, maar zijn moeder weifelde eerst. Toen zijn vader een gebedsdienst leidde, riep zijn moeder opeens uit: „Ja, Heere, U zult mijn jongen hebben!” Kort hierna werd hij met nog enkele jongemannen door het zendingsgenootschap van de Methodistenkerk uitgezonden naar het Verre Oosten.
Na in Shanghai te zijn aangekomen ging hij eerst naar het hoofdkantoor van de China Inland Mission van Hudson Taylor om daar de taal te leren. Hij bleek over grote linguïstische gaven te beschikken. In 1888 ging hij naar de provincie Yunnan, in het zuiden van het land –een reis van enkele duizenden kilometers grotendeels per schip–, waar hij tot aan zijn dood voornamelijk onder de Miao’s zou werken. Hij vestigde zich in een klein onderkomen in Chaotung, een stad met 50.000 inwoners. Met een metgezel werd hij onder het Chinese volk ontvangen als „buitenlandse duivels”. De geestelijke duisternis bleek hier groot te zijn. Pollards eerste taak was gebed voor dit volk. Hij bad eerst om een opwekking, maar zijn gebedslast veranderde: „Mijn gebed om een herleving veranderde in een gebed om heiligheid.” De eerste vereiste voor een zendeling is toch reiniging van verborgen zonden en heiliging naar het beeld van Christus. Eerst moest hij persoonlijk toegerust worden, wilde hij zijn taak onder het volk op adequate wijze kunnen uitvoeren.
Gebedsworstelingen
Pollard was een man van gebed en van geloofskracht. De tegenstand van de heidense Chinezen moest op den duur wijken voor de onweerstaanbare kracht van Woord en Geest. In september 1888 werd een nacht van gebedsworstelingen gevolgd door de persoonlijke ervaring van de vervulling met de Heilige Geest. Deze heerlijke openbaring die Pollard en zijn helpers ten deel viel, werd gevolgd door de doop van de eerste drie bekeerlingen. Zo werd de eerste christengemeente in Yunnan-Fu gevormd. „O, wat was het heerlijk om deze lieve bekeerlingen openlijk voor het volk te horen getuigen dat zij het eigendom van Christus waren.” De belofte die de zendeling kreeg dat duizenden van dit onwetende volk zouden worden toegevoegd tot de gemeente die zalig zou worden, werd geleidelijk vervuld.
In mei 1891 trouwde hij met Emmie Hainge, die als zendelinge voor de China Inland Mission werkzaam was. Zij trokken samen op om het Evangelie uit te dragen en sociale hulp te verlenen. In hetzelfde jaar werd in Chaotung de Bible Christian-zendingspost geopend. Het werk was zwaar en sloopte op den duur zijn lichaam. De zogenoemde Bokseropstand, die een hetze betekende tegen de westerse vreemdelingen, dwong hem en zijn vrouw om naar Indochina te vluchten. Onderweg in Shanghai ontmoetten zij Hudson Taylor, de zendingspionier die bekendstond vanwege zijn geloofskracht. Maar ondanks de vervolging ging Gods werk door. In 1902 werden op een andere zendingspost 20 gelovige Miao’s gedoopt en vijf jaar later hadden niet minder dan 1200 van deze volksstam de geloofsdoop ontvangen.
In 1904 verschenen in Chaotung vier mannelijke Miao’s bij Pollard aan de deur. Zij hadden meer dan 650 kilometer gereisd om het Evangelie te kunnen horen. Eerst ontmoetten zij een zendeling die hen verwees naar Pollard. Nu bleken zij vlak bij zijn huis te zijn. In die tijd waren er tekenen van geestelijk ontwaken onder het volk. De nood was groot; er was grote behoefte aan meer zendingswerkers. Pollard schreef naar zijn ouderlijk huis in Cornwall en vroeg om meer werkers voor China. „O God”, zo smeekte hij, „help ons in onze nood. Gedenk dat deze duizenden, die nodig van Uw liefde moeten horen, nog steeds in duisternis verkeren. Zend toch vele arbeiders die kunnen komen en behoren te komen.”
Talenkennis
In 1905 sloot het echtpaar Pollard zich aan bij de beweging die onder de ”Big Flowery Miao’s” ging werken. De zendeling begon toen zijn grote talenkennis nog meer in praktijk te brengen. Hij ontwierp het zogenaamde Pollard-schrift of Ahmao-schrift, lettertekens van de taal van de inheemse bevolking. Met behulp hiervan vertaalde hij het Nieuw Testament in hun taal. In Shimenkan ontstond een gemeente van 1000 zielen die bijeenkwam in een nieuw kerkgebouw. Honderden werden na een ernstig onderzoek tot de doop toegelaten. Vele ontroerende getuigenissen werden aangehoord door elf ouderlingen die Pollard bijstonden. De kennis bleek soms heel gering te zijn, maar het vuur van de dopelingen was krachtig. De oprichting van een school was nodig om het kennisniveau te verhogen.
De prille gemeente werd geconfronteerd met vijandschap die zich ook uitte in vervolgingsdrift. Pollard werd op een keer in 1907 bijna doodgeslagen. Gelukkig herstelde hij van zijn verwondingen. Toen hij weer in de gemeente verscheen, werd er feest gehouden. Meer dan 2500 gelovigen begroetten hem op die dag. Meer dan 700 bezochten toen de gebedssamenkomst. Hoe werd het echtpaar Pollard door het dankbare volk onthaald! De gebeden en het zingen van de dankbare gemeente betekenden een grote bemoediging voor hen om met hun werk verder te gaan.
Tijdens zijn missie reisde hij veel, stichtte kerken, trainde andere missionarissen, vervulde de rol van taalonderzoeker en pleitte voor de zaak van Miao-christenen. Hij vocht ook tegen de onderdrukking van de Miao’s. Dit leidde vaak tot botsingen met Chinese overheidsfunctionarissen. Niets was hem te veel om voor dit volk op te komen. Nog wordt hij door Miao-christenen beschouwd als hun geestelijke voorvader. Hudson Taylor genoot weliswaar meer bekendheid, ook omdat hij hoofd was van een organisatie van duizenden werkers die tot op deze dag nog bestaat.
In het begin van 1915 ging de gezondheid van Pollard hard achteruit. Op 16 september kwam het einde. De tyfuskoorts was de oorzaak van zijn dood. Hij werd begraven op de helling van een heuvel achter Shimenkan, de plaats waar het hoofdkantoor van zijn zendingsorganisatie was gevestigd. De Rode Garde van de communisten verwoestte zijn graf, maar het Chinese bewind herbouwde in 1995 het monument als een blijvende herinnering aan het werk van de Europese zendelingen onder de Miao-bevolking. In zijn kleding eerde Pollard, evenals Hudson Tayor, de Chinese cultuur, maar met zijn persoonlijkheid vertolkte hij de liefde van Christus, Die gekomen is om ook in China te zoeken en zalig te maken wat verloren was.