Kerk & religie

Prijzende God

Lukas 2:13

Ds. D.A. Detmar
27 December 2022 09:43Gewijzigd op 27 December 2022 09:46
beeld RD
beeld RD

„En van stonde aan was daar met de engel een menigte des hemelsen heirlegers, prijzende God…”
Deze engelen worden een hemels heirleger genoemd omdat zij voortdurend bezig zijn in het volzalige werk des hemels en door de lofzang „Heilig, heilig, heilig is de Heere der heirscharen!” de hemel doen weergalmen. Lukas spreekt hier van een „menigte van het hemelse heirleger”. Zeker mogen wij veronderstellen dat door die uitdrukking een verbazend groot aantal hemelgeesten bedoeld wordt. Daniël zag reeds in een gezicht ’s nachts hoe tienduizend maal tienduizenden van de troongeesten voor Gods aangezicht stonden en Hem dienden. Hier moest de Godmens, de Koning der koningen, de Heere van de engelen verheerlijkt worden, hier waren voorzeker ook die duizenden wel tot dat volzalig werk verenigd. Lukas zegt: „Prijzende God”. God te prijzen zegt zoveel als Zijn deugden en volmaaktheden, die in Zijn werken, zowel in de natuur als in de genade, zo heerlijk uitblinken, te verkondigen, te roemen en groot te maken. Dit werk is de onafgebroken, zalige bezigheid van de hemelgeesten. Het is toch iets bijzonders, dat zij dat werk des hemels op aarde komen verrichten. De heilvolle gebeurtenis voor de aarde die nu had plaatsgehad, gaf hun daartoe de ruimste stof. Want ofschoon Jezus, de geboren Koning, niet tot hun redding in het vlees was gekomen, zo roemen zij echter Gods volmaaktheden, die zich zo luisterrijk in de zending van Zijn geliefde Zoon tentoonspreiden.

Ds. D.A. Detmar,
predikant te Ede

(”Enige eenvoudige Godvruchtige oefeningen”, 1828)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer