Qatar-schandaal drama voor linkse partijen in Italië
„Uiteindelijk heeft bij de strijd tussen geld en politiek het geld gewonnen”, verzuchtte columniste Concita De Gregorio maandag in het linkse Italiaanse dagblad La Repubblica.
De journaliste verwees daarbij naar het schandaal dat in Italië inmiddels weinig origineel wordt aangeduid als Qatargate. Het gaat daarbij om leden en functionarissen van het Europese Parlement die steekpenningen aannamen van Qatar en Marokko en in ruil daarvoor binnen het EP de loftrompet staken over die landen en aanstuurden op gematigde resoluties over daar heersende misstanden.
De hoogste in rang van de betrokkenen is de Griekse vicevoorzitter van het EP, Eva Kaili, maar de andere hoofdrolspelers zijn –tot nu toe– allen Italianen: oud-Europarlementariër Antonio Panzeri, zijn vrouw en dochter en zijn voormalige assistent Francesco Giorgi, de levenspartner van Kaili.
Momenteel is Giorgi assistent van de Italiaanse Europarlementariër Andrea Cozzolino, die eveneens onder verdenking staat, net als de secretaris van de in Brussel gevestigde internationale confederatie van vakbonden (Ituc), Luca Visentini, ook een Italiaan.
Volgens de Belgische justitie, die Panzeri, Giorgi en Kaili heeft laten arresteren, had Panzeri een niet-gouvernementele organisatie voor steun aan migranten opgezet, die in werkelijkheid diende als doorgeefluik van smeergeld.
Dat ging niet alleen langs de weg van dure geschenken en snoepreisjes, maar ook in de vorm van contanten. Zo werd bij Kaili en Giorgi thuis 750.000 euro in coupures van 20 en 50 euro aangetroffen en vond de Belgische politie tijdens een huiszoeking in juli in de Brusselse woning van Panzeri, die toen op vakantie was, een koffer met 700.000 euro.
Ander schandaal
Terwijl het onderzoek in Brussel, Griekenland en Italië verder gaat, heeft het schandaal vooral in Italië politiek stof doen opwaaien. Alle Italiaanse betrokkenen zijn namelijk afkomstig uit linkse partijen die de strijd tegen corruptie hoog in het vaandel voeren. Daarbij komt de affaire Qatar bovenop een ander schandaal rond een linkse Italiaanse politicus.
De in Ivoorkust geboren Aboubakar Soumahoro maakte naam als strijder voor de rechten van immigranten en werd bij de verkiezingen van afgelopen september gekozen tot kamerlid voor Italiaans Groen Links. Maar vorige maand werd in de rechtse pers zijn doopceel gelicht en daarbij bleek dat Soumahoro’s vrouw en schoonmoeder zich jarenlang verrijkten met een onderneming die de belangen van migranten behartigde.
Dat gebeurde vooral met overheidsgeld en in de loop van het onderzoek bleek dat de medewerkers vaak niet betaald werden, terwijl justitie 640.000 euro in beslag nam bij Soumahoro’s familieleden. Het kamerlid betoogde weinig overtuigend dat hij van niks had geweten en barstte op tv in tranen uit.
Verdediger
Voor de linkse oppositie is dit alles uiterst pijnlijk, vooral omdat links Italië zich al sinds de jaren 80 profileert op het zogeheten morele vraagstuk. Daarin stelt links zich op als een verdediger van morele waarden als oprechtheid, onkreukbaarheid en transparantie tegenover rechts dat uitsluitend uit zou zijn op geld en goed.
In vorige decennia klopte daar misschien wel wat van –bij omkoopaffaires waren vooral rechtse politici betrokken– maar de recente schandalen lieten zien dat linkse idealen danig zijn verwaterd. Een door de linkse oppositie georganiseerde manifestatie tegen het regeringsbeleid telde afgelopen zaterdag dan ook maar een handjevol deelnemers. Tot groot genoegen van de rechtse regeringspartijen.