Opinietoegespitst

Zingen over de liefde, zwijgen over seksualiteit

Volgens sommige christenen domineert een patriarchale samenleving het Bijbelse spreken over huwelijk en seksualiteit. In zo’n samenleving heerst de man over de vrouw. Klopt dit beeld?

Dr. C.P. de Boer
19 December 2022 19:44Gewijzigd op 19 December 2022 19:50
„Hooglied bezingt vanuit het perspectief van een vrouw tal van huwelijksbloemen, zoals: vertrouwen, intimiteit, sensualiteit, kwetsbaarheid, geborgenheid, betrouwbaarheid, communicatie en vreugde.” beeld iStock
„Hooglied bezingt vanuit het perspectief van een vrouw tal van huwelijksbloemen, zoals: vertrouwen, intimiteit, sensualiteit, kwetsbaarheid, geborgenheid, betrouwbaarheid, communicatie en vreugde.” beeld iStock

Christelijk Nederland bezint zich intensief op huwelijk en seksualiteit. Sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen in combinatie met nieuwe theologische inzichten stellen indringende vragen aan de traditionele onderbouwing van beide thema’s. Voor christenen start een fundamentele bezinning bij de Bijbel. Maar de houdbaarheid van dat fundament staat steeds meer ter discussie. De Bijbel is immers in een lang vervlogen tijd en in een voor ons vreemde cultuur ontstaan. Die cultuur is een patriarchale samenleving. In deze oud-Oosterse wereld is de Bijbel vanuit het wereldbeeld van de man geschreven. Daarom zijn de Bijbelse definities van huwelijk en seksualiteit vandaag gedateerd. Om die reden vereisen beide thema’s een fundamentele herbezinning.

Hooglied

Het Bijbelboek Hooglied is geheel aan huwelijk en seksualiteit gewijd. De vraag naar de actuele betekenis van Hooglied roept grofweg twee reacties op.

Volgens de een bezingt Hooglied de verhouding tussen Christus en de ziel. Het Bijbelboek laat zich niet in met het vleselijke thema seksualiteit. Volgens de ander is dit oud-Oosterse boek een erotisch liefdeslied zonder religieuze betekenis. Beide opvattingen komen via verschillende routes tot dezelfde conclusie: Hooglied is onbruikbaar voor een christelijke bezinning op huwelijk en seksualiteit.

Echter, Hooglied zet de wereld van oud-Israël radicaal op zijn kop. Een onbeduidend herdersmeisje regeert de wereldberoemde koning Salomo. Dit bedoeïene meisje verkiest een kroonprins tot haar man en doorbreekt daarmee de maatschappelijke orde van haar dagen. Zij laat haar schoonheid door hem bezingen en zich meevoeren in de beslotenheid van de koninklijke slaapkamer. In Hooglied is de vrouw de hoofdpersoon.

Dit Lied der liederen klinkt in een samenleving die doortrokken is van de immens populaire Baälcultus. Het hart van deze heidense religie is seks. Seksuele gemeenschap verbindt godenparen; mensen door tempelprostitutie met goden; mensen al dan niet van het gelijke geslacht of dezelfde generatie met elkaar en met dieren en verenigt tijdens heidense vruchtbaarheidsfeesten mensen met de aarde. Seks doorbreekt de grens tussen de goden- en mensenwereld; seks is religie.

In deze context springen twee unieke eigenschappen van Hooglied in het oog. Allereerst noemt Hooglied slechts eenmaal Gods Naam. De affectieve liefde tussen man en vrouw lijkt op de vlammen van de Heere (8:6), die liefde is Gods gave. De naam Heere impliceert Gods verbond. Dat verbond definieert deze gave en beschermt die tegenover een verseksualiseerde samenleving. Tegelijkertijd maakt Gods eenzijdig verbond hét verschil tussen Zijn liefde tot mensen en de liefde van man en vrouw tot elkaar. Gods genadeverbond fundeert, definieert en beschermt huwelijk en seksualiteit.

De tweede eigenschap die opvalt, is het ontbreken van elke vorm van polemiek tegen de verseksualiseerde tijdgeest. Hooglied verwijst nergens naar de Baälreligie of ageert tegen perverse religieuze wanpraktijken. Polemiseren met de buitenwacht behoort primair tot de roeping van Israëls profeten. In Hooglied is Gods verbond de klankkast van het Lied der liederen.

Gods verbond verklaart het unieke karakter van Hooglied alsook haar plaats in de Schrift. De christelijke indeling van het Oude Testament stamt uit de vierde eeuw na Christus. Vanaf die tijd publiceren christenen het Oude Testament in boekvorm en ligt voor hen de indeling van de oudtestamentische boeken vast. Zij hebben die ingedeeld in historische (Genesis-Kronieken), poëtische (Psalmen-Hooglied) en profetische boeken (Jesaja-Maleachi). Genre en chronologie bepalen de volgorde van de oudtestamentische boeken.

Deze indeling is nieuw. Daarvoor werd de Schrift verdeeld in de Wet, de Profeten en de Geschriften. Jezus, de apostelen en de vroege christenen lazen de Schrift met deze driedeling. Het eerste deel telt de vijf boeken van Mozes, het tweede deel naast veel profetische boeken ook geschiedenisboeken zoals Samuël en het derde deel de resterende boeken. Dit laatste deel bestaat uit historische, profetische en poëtische geschriften, waaronder Hooglied, en is niet chronologisch geordend. Het sluit bijvoorbeeld af met Kronieken (tot de ballingschap) en wordt voorafgegaan door Ezra-Nehemia (na de ballingschap).

Genre noch chronologie, maar Gods verbond ordent. Het eerste deel openbaart de instelling en inrichting van Gods verbond. Het tweede deel verkondigt Gods handhaven van Zijn verbond. Het derde deel ten slotte reflecteert op het leven uit het genadeverbond. Deze driedeling vereist een theologische interpretatie. Zo’n interpretatie ordent en verklaart al of niet buiten-Bijbelse gegevens vanuit een trinitarisch perspectief.

Spiegelen

Het vroege Jodendom kent meerdere tradities, die het Oude Testament verschillend ordenen. Die verschillen in volgorde betreffen vooral het derde deel, de Geschriften. Toch vormen in de meeste overleveringen Hooglied, Spreuken en Ruth een trits.

Spreuken beschrijft vanuit het gezichtspunt van vader en zoon de betekenis van het huwelijk. Dit boek sluit af met het lied over de godvrezende huisvrouw. Dat loflied eindigt met de verzuchting waar zo’n vrouw gevonden wordt. Het Bijbelboek Ruth geeft antwoord op deze vraag. God leidt een heidense weduwe via haar Israëlitische schoonmoeder naar Boaz. Op haar verzoek wordt ze ingelijfd in Gods verbond met Israël en huwt Boaz.

Hooglied bezingt vanuit het perspectief van een vrouw tal van huwelijksbloemen, zoals: vertrouwen, intimiteit, sensualiteit, kwetsbaarheid, geborgenheid, betrouwbaarheid, communicatie en vreugde. De vrouw spiegelt haar man voor dat die bloemen alleen kunnen bloeien binnen de omheining van Gods genadeverbond.

Gods verbond verenigt het Oude en Nieuwe Testament tot één getuigenis van de drie-enige God. Dit theocentrisch referentiekader stelt een vrijgezelle Paulus in staat om in Efeze 5:22-33, het zogenoemde nieuwtestamentische Hooglied, de Bijbelse betekenis van het huwelijk te herdefiniëren.

Op twee momenten verschilt Paulus’ Hooglied met het oudtestamentische Hooglied. Allereerst beschrijft de apostel het huwelijk vanuit de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente. Daarnaast ontbreekt hier het thema seksualiteit. Zo ordent hij beide thema’s. Een christelijk huwelijk tussen man en vrouw floreert, ook zonder de bloem van seksualiteit.

De auteur is predikant van de cgk Sliedrecht Beth-El, docent Bijbelse vakken aan het HHS en gastdocent NT aan het Puritan Reformed Theological Seminary in Grand Rapids (VS).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer