Staatssecretaris op Saba: Nederland weet te weinig van de Cariben
Nederlanders weten veel te weinig van het Caribisch deel van het koninkrijk. Dat heeft staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid) gezegd bij de bijeenkomst over de excuses van het slavernijverleden op Saba. Hij zei daar namens het kabinet te hopen „dat we kunnen werken aan een toekomst die zich laat kenmerken door erkenning en begrip voor elkaars achtergronden”.
„In Europees Nederland besteden scholen te weinig aandacht aan de eilanden. Bij aardrijkskunde en maatschappijleer, bijvoorbeeld. Laat staan in de geschiedenislessen. En toch beïnvloedt onze gedeelde geschiedenis nog altijd hoe we vandaag met elkaar omgaan”, aldus Van Ooijen. Hij erkende dat hij zelf ook „lange tijd (…) veel te weinig wist over de Caribische eilanden die bij Nederland horen”.
De gebrekkige kennis komt volgens Van Ooijen doordat we „als er iets naars gebeurt met ons of onze familie er liever niet te lang mee rondlopen”. „‘Het gaat nu beter’, zeggen we dan. Of: ‘Laten we naar de toekomst kijken’. Maar wat we niet inzien is dat we de pijn van het verleden niet alleen met ons meedragen. Het beïnvloedt hoe we de wereld zien.” Deze trauma’s leven volgens hem „generatie na generatie” voort.
De staatssecretaris zei dat „iedere Nederlander” meer zou moeten weten van het slavernijverleden. Die kennis moet opgedaan worden op school, bij herdenkingscentra, tentoonstellingen „en niet in de laatste plaats onderzoek in alle mogelijke vormen”.