Topjaar voor melkveehouderij
Ondanks de sterk gestegen kosten voor energie, veevoer en kunstmest komt het inkomen van Nederlandse melkveehouders dit jaar gemiddeld hoger uit dan ooit. Ook akkerbouwers verwachten een goed seizoen. Veel andere landbouwtakken boeren echter achteruit.
Een en ander blijkt uit de jaarlijkse inkomensraming die onderzoeksinstituut Wageningen Economic Research maandag heeft gepubliceerd.
Het inkomen dat melkveehouders dit kalenderjaar uit hun bedrijf halen bedraagt volgens de onderzoekers gemiddeld 115.000 euro per zogeheten onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje, de boer zelf plus meewerkende gezinsleden). Dat is 70.000 euro meer dan in 2021 en eveneens 70.000 euro meer dan het gemiddelde in de jaren 2017-2021.
De forse sprong komt niet overwacht. De prijs die de boeren voor geleverde melk ontvangen, ligt door krapte op de wereldwijde zuivelmarkt al bijna het hele jaar op een historisch hoog niveau.
Zuivelreus FrieslandCampina bijvoorbeeld, die zo’n 80 procent van de Nederlandse boerderijmelk verwerkt, betaalt zijn boeren deze maand voor melk van basiskwaliteit een voorschot van 62,51 euro per 100 kilo. De afgelopen vijf jaar lag dat in dezelfde maand globaal tussen de 35 en 44 euro.
Bovendien ontvingen de boeren hogere prijzen voor verkochte kalveren en slachtkoeien. Alles bij elkaar stegen de opbrengsten uit het bedrijf ruimschoots meer dan de kosten.
Akkerbouw
Akkerbouwers kijken terug op een goede oogst. Bovendien brengen de diverse gewassen, waarvan de verkoop in sommige gevallen doorloopt tot diep in 2023, vaak hogere prijzen op dan de oogst van 2021.
De onderzoekers verwachten voor consumptieaardappelen een plus van 50 procent, dankzij een kleinere oogst in andere landen. Ook de uienoogst valt elders in Europa tegen, waardoor de prijs van de uien verdubbelt. De suikerbietenprijs zal 25 procent hoger uitvallen. De graanprijzen stijgen met 20 procent als gevolg van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, twee belangrijke producenten van graan voor de wereldmarkt.
Daar staat tegenover dat de akkerbouwers –net als de koeienboeren– last hebben van fors duurdere meststoffen, gas, elektriciteit en brandstof. Per saldo voorziet het Wageningse instituut een gemiddeld inkomen van 133.000 euro per aje. Dat is 50.000 euro meer dan in 2021 en 80.000 euro boven het vijfjarig gemiddelde.
Dankzij een stijging van de eierprijs met gemiddeld 33 procent neemt het inkomen van leghennenhouders –mits ze niet getroffen zijn door vogelgriep– met 44.000 euro toe tot 112.000 euro per aje. Het inkomen van vleeskuikenhouders duikelt van 150.000 naar 99.000 euro per aje. Hoewel de kuikens hogere prijzen opbrengen, weegt dat niet op tegen de stijging van voer- en energiekosten.
Glastuinbouw
De sterke stijging van de gasprijs drukt zwaar op het inkomen van veel glastuinders, maar de effecten variëren per teelt. Ook speelt mee of telers gebruik maken van warmtekrachtkoppeling (wkk). Wie zijn kas met zo’n installatie verwarmt, kon het overschot aan geproduceerde elektriciteit voor een fors hogere prijs verkopen. De prijzen voor elektriciteit stegen dit jaar sterker dan die voor aardgas, aldus de onderzoekers.
Glasgroentebedrijven zien hun inkomen gemiddeld met 150.000 euro toenemen tot 415.000 euro per aje. Komkommertelers profiteren van „extreem goede prijzen” voor hun product.
Snijbloemen brachten dit jaar lagere prijzen op. Bovendien lag de productie lager. Samen met de gestegen energiekosten leidt dat tot een forse inkomensdaling, van 300.000 euro vorig jaar naar 85.000 euro per aje in 2022. Dat is het laagste inkomen sinds 2013.
Verlies
Landbouwsectoren die dit jaar verlies draaien zijn de zeugenhouderij, de gesloten varkenshouderij, de fruitteelt en de pot- en perkplantenteelt. In de varkenshouderij brachten vleesvarkens en biggen hogere prijzen op, maar voer en energie werden duurder en de coronasteun viel weg.
Fruittelers kampen –naast hoge kosten voor meststoffen en energie– met lagere prijzen voor appels en peren door een grotere fruitoogst in Europa. Lagere prijzen voor hun product leiden ook tot een forse inkomensterugval voor de pot- en perkplantentelers.
Ook boomkwekers en bloembollenkwekers zien hun inkomen behoorlijk teruglopen door gestegen kosten. Deze sectoren draaiden in 2021 echter uitzonderlijk goed.
De contractvergoeding voor vleeskalverhouders is dit jaar gelijk aan 2021. Doordat de kosten wel stijgen, daalt het inkomen van 47.000 naar 24.000 euro per aje.