Kerk & religie

„Geen behoefte aan nieuwe catechismus”

Er is geen behoefte aan een nieuwe catechismus. Dat bleek vrijdag tijdens een symposium aan de Evangelische Hogeschool (EH) over het onderwerp ”Is de tijd rijp voor een nieuwe catechismus?” Prof. dr. ir. J. Blaauwendraad, drs. W. H. Dekker en prof. dr. P. Nullens voerden een pleidooi voor catechese en woordverkondiging in een tijd van postmodernisme.

Kerkredactie
12 April 2002 21:35Gewijzigd op 13 November 2020 23:31

Drs. W. H. Dekker, verbonden aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), merkt dat jongeren niet zitten met de vraag wat de catechismus zegt over dit of dat onderwerp. „Hun vragen zijn echter wel die van de catechismus. Het gaat dan om wie God is, de problematiek van schuld en schaamte, van ellende en verlossing.” De grote aandacht voor het geloofsgevoel, Gods nabijheid willen ervaren, zag hij meer als een hunkering dan als een realiteit.

Prof. Nullens, rector van de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in het Belgische Heverlee, constateert in de postmoderne tijd een switch van de grote „vraagstukken” naar het „vragen.” „Het draait niet meer om onderzoek en kennisvermeerdering, zoals in het modernisme het geval was, maar het onderwerp is nu de onderzoeker zelf.” In de Bijbel ziet Nullens ruimte om aan te sluiten bij dit postmoderne verlangen en zoeken. „Ook de Schrift laat een zoeken en vragen naar Gods aangezicht zien. Het gaat niet alleen om het kennen van God, maar ook om het op Hem lijken.”

Prof. Blaauwendraad (TU Delft) wees op de centrale plaats van de gezonde leer in de Schrift. Catechese ziet hij daarbij primair als een voorbereiding op de belijdenis van het persoonlijk geloof. „Maar ook bij de gelovige is er behoefte aan groei in het geloof en toename van kennis van Christus. Er is vastheid en verdieping nodig. Als ik ergens door gevormd ben, is het wel onder een goede catechismusprediking”, zo zei hij.

De catechismus geeft vastheid en tegenwicht en kan ook daarom een steun zijn in het omgaan met nieuwe vragen en omstandigheden. Blaauwendraads conclusie: Niet sleutelen aan de inhoud en de kern van de catechismus. Gaat het om de catechese, dan vindt hij dat moderne middelen en interactieve werkvormen mogen gebruikt worden. „Als de catechese maar geen discussie- en praatgroepje wordt”, zo waarschuwde hij.

Tijdens de discussie werd gewezen op het belang van duidelijke antwoorden vanuit het Woord van God. Nullens: „Een anekdote of een persoonlijk getuigenis mag zeker in een preek -de gemeente veert dan zelfs op-, maar uiteindelijk moet de gemeente meegenomen worden naar het Woord van God.” Ook Dekker beaamde dat. „Vrijblijvend vragen stellen in de kerk is er niet bij. De prediker moet ook de moed hebben een antwoord te geven.” Blaauwendraad: „In de kerk gaat het om de verkondiging, van zonde en genade, en dat in een goede balans. De preek mag niet een herhaling van standaardaspecten zijn, hoe waar ze ook kunnen zijn. Zij is geen college of toespraak, maar aanspraak.”

Is traditie een belemmering om het geloof over te dragen? Nullens onderstreept het belang om het levende geloof te communiceren. Kerkgeschiedenis bestaat zijns inziens te veel in het memoreren van allerlei opzienbare feiten. „Waarom lezen we niet eens brieven van Calvijn?” Dekker vond het van hoogmoed getuigen om de traditie zomaar gemakzuchtig aan de kant te schuiven. Blaauwendraad: „We moeten ons in een steeds Christus-vijandiger omgeving bezinnen op de kern van het belijden, waar we op kunnen terugvallen. Vooral onze kinderen moeten we op deze tijd voorbereiden.”

Niemand van de sprekers zag een nieuwe catechismus zitten. Blaauwendraad: „De Heidelbergse Catechismus is een uiteenzetting van wat de geloofsbelijdenis leert. Een uitbreiding van de belijdenis zou meer twist dan oplossing van problemen opleveren.” Nullens: „Aan een leerstuk kun je iets veranderen, maar het credo (= geloofsbelijdenis, red.) is een zaak van de kerk. Daarin mag je niet veranderen. We hebben ons toch niet vergist in het verle-

den?”

Weinig heil zag Dekker in eigentijdse formuleringen. Hij hield het het liefst bij de Twaalf Artikelen. Het gaat hem meer om de geloofshouding die uit de catechismus spreekt dan om het document als zodanig. Zondag 10 vindt hij herkenbaar als „de oerervaring van de gelovige in tijden van crises.”

Dekker vindt ook de drieslag ellende, verlossing en dankbaarheid relevant ten aanzien van de leer van de mens. Blaauwendraad onderstreepte ook het belang van deze ”drie stukken”. „De prediker mag ze echter niet in elke tekst als een verplichte volgorde behandelen. Hij mag op dit punt wel eens heilig inconsequent zijn. In de Schrift komen we de rijkdom van de Heilige Geest tegen, Die mensen tot geloof brengt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer