In kring van piëtist Spener kon predikant kritiek krijgen
De Duitse piëtist Philipp Jakob Spener startte in de tweede helft van de zeventiende eeuw gesprekskringen over het geloof, waarin de predikant ook bekritiseerd kon worden.
Dat zei prof. dr. M.A. Matthias zaterdagmorgen in Veenendaal, waar hij een referaat verzorgde voor de wintercursus van Stichting Studie der Nadere Reformatie (SSNR). De hoogleraar Nieuwe Testament en historische theologie, verbonden aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Amsterdam, sprak voor een kleine zeventig belangstellenden over Philipp Jakob Spener (1635-1705) en het Duitse lutherse piëtisme.
Navolging
Spener was predikant, geleerde en piëtist. Hij ontving zijn godsdienstige opleiding voor een deel van Johann Arndt (1555-1621), auteur van vier boeken met als hoofdtitel ”Das wahre Christentum”. Arndt oefent daarin kritiek uit op het toenmalige lutheranisme. Daarin moest het volgens hem niet zozeer gaan om studie en dogmatiek, maar veel meer om navolging in het praktische leven.
Spener neemt deze gedachten over en werkt ze verder uit. Daarnaast heeft Spener invloed van boeken van puriteinen ondergaan. Voorbeelden zijn ”The practice of piety” (1611) van de Engelsman Lewis Bayly (1565-1631) en ”The art of Divine meditation” (1634) van de auteur Joseph Hall (1574-1656).
Rationalisme
In zijn studietijd, van 1651 tot 1666, wordt Spener, aldus prof. Matthias, geconfronteerd met een rationalistische manier van denken en theologiebeoefening. Nieuwe filosofische gedachten komen op, bijvoorbeeld van de bekende denkers René Descartes en Thomas Hobbes. Spener moet daarin zijn eigen positie bepalen.
Na het behalen van zijn master in de filosofie gaat Spener theologie studeren bij de hoogleraren Sebastian Schmidt (1617-1696) en Johann Conrad Dannhauer (1603-1666). In 1659 studeert hij af als theoloog.
Na een reis door Europa wordt hij predikant van de kathedraal van Straatsburg, maar alleen om te preken; een eigen gemeente heeft hij daar niet. Dit wordt met het Duitse woord ”Freiprediger” aangeduid.
In 1664 treedt Spener in het huwelijk met Susanna Erhardt (1644-1705). Kort daarna verhuist het echtpaar naar Frankfurt am Main.
Superintendent
Gedurende twintig jaar is Spener in Frankfurt am Main werkzaam, te weten van 1666 tot 1686. Hij is daar niet alleen predikant, maar ook superintendent: een speciale functie binnen de Lutherse Kerk, enigszins vergelijkbaar met wat in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) tegenwoordig een classispredikant heet.
In Frankfurt am Main maakt Spener kennis met Johann Jacob Schütz (1640-1690). Hoewel geen theoloog maar jurist, schrijft Schütz boeken die betrekking hebben op het godsdienstige leven, zoals ”Christliche Lebensregeln”. Het gaat Schütz om regels die in de praktijk toegepast moeten worden, dus om een moraal. Deze moraal moet gebaseerd zijn op woorden en teksten die rechtstreeks in de Bijbel te vinden zijn; het gaat niet om dogmatiek en theologie als wetenschap.
Schütz en Spener krijgen intensief contact en zeggen tegen elkaar: „We moeten het anders gaan doen.” Ze komen met het plan om een gezelschap, een kring, te gaan vormen, waarin vrij over het geloof gesproken kan worden.
Vriendenkring
In augustus 1670 wordt voor het eerst zo’n ”exercitium pietatis” (oefening in vroomheid) gehouden. In kleine kring spreken predikant en gemeenteleden samen over de Bijbel en het geloof. Dit vindt plaats zonder hiërarchie en gezagsverhoudingen; het gaat meer om een vriendenkring.
Belangrijk in deze ontwikkeling is, aldus prof. Matthias, dat de predikant niet meer de enige autoriteit is. De predikant mag ook bekritiseerd worden; er is niet meer eenrichtingsverkeer, maar het gaat om een gesprek zoals onder vrienden. Het spreken over vroomheid staat centraal.
Op deze manier kan het Woord van God overvloedig onder de mensen gaan wonen, zo is de gedachte in Frankfurt am Main.
Deze ontwikkeling vormt, aldus de inleider, de basis van het Duitse lutherse piëtisme, waarvan Spener niet alleen de vader, maar ook een kind was.