Volgens een zondag verschenen rapportage van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO zijn er in Indonesië en in de andere getroffen landen geen grootschalige uitbraken van besmettelijke ziekten gemeld. Desondanks is er reden tot grote zorg, zeker omdat de water- en sanitaire voorzieningen in veel getroffen streken nog allerminst in orde zijn.

Blijkens gegevens die de VN zondag verspreidden, zijn in Atjeh 1550 dorpen getroffen door het natuurgeweld, waarbij 21.659 huizen zijn verwoest. De provincie telt bijna 606.000 ontheemden. Het aantal vermisten beloopt nog altijd 77.000, volgens het Indonesische ministerie van Volksgezondheid zondag.

Atjeh is het hardst getroffen door de ramp. Er vielen meer dan 100.000 doden. Het voorlopige totale dodental van de zeebeving en de tsunami’s stond gisteravond op ruim 156.000. Het aantal bevestigde Nederlandse doden is acht.

De Thaise autoriteiten zeiden zondag dat er problemen zijn gerezen met de identificatie van mogelijk bijna 2000 slachtoffers. De aanvankelijke identificatie kort na de ramp is niet goed verlopen en zal daarom opnieuw worden gedaan.

Sri Lanka is met ruim 30.000 doden relatief extra zwaar getroffen. Er wonen bijna 20 miljoen mensen. Het aantal Srilankanen dat ontheemd is geraakt, beloopt volgens de jongste schatting van de VN zeker 578.000. Ze worden grotendeels opgevangen in tentenkampen, meldde OCHA, het VN-bureau dat de hulpverlening coördineert. Circa 93.000 huizen zijn verwoest.

De slachtoffers op Sri Lanka kunnen de komende weken nog rekenen op voedselhulp, maar voor de periode daarna zal extra voedsel moeten worden geleverd, zei de Srilankaanse president Kumaratunga zondag in een vraaggesprek met de BBC-televisie. Ze verzekerde dat de situatie onder controle is en dat niemand van de honger zal omkomen. Desondanks beginnen de voedselvoorraden voor de honderdduizenden ontheemden langzaam op te raken.

De internationale hulpverlening in Sri Lanka, Atjeh en Zuid-India komt steeds verder onder druk te staan. Nieuwe berichten over uitbraken van besmettelijke ziektes in India en de oplaaiende spanningen tussen regeringen en rebellen in Atjeh en Sri Lanka compliceren de toch al ingewikkelde hulpoperatie.

Hulporganisaties beklagen zich erover dat de stroom aan hoogwaardigheidsbekleders die het rampgebied bezoeken hun werk belemmert. Het vliegveld van het zwaar getroffen Atjeh, waar de meeste hulpgoederen voor het gebied arriveren, kon vrijdag tijdelijk niet worden gebruikt omdat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell en de secretaris-generaal van de VN Kofi Annan er arriveerden.

In enkele opvangkampen in India zijn ondanks massale vaccinaties gevallen van mazelen en waterpokken vastgesteld. Volgens een woordvoerder van het Indiase ministerie van Volksgezondheid zaterdag gaat het nog niet om veel besmettingen, maar er is wel reden tot zorg. Mazelen kan dodelijk zijn en is zeer besmettelijk, zeker in vluchtelingenkampen, waar de leefomstandigheden niet optimaal zijn.

President Kumaratunga heeft zaterdag persoonlijk verhinderd dat secretaris-generaal Kofi Annan van de VN een bezoek bracht aan gebieden die in handen zijn van de rebellengroep Tamil Tijgers. De regering beweerde de veiligheid van Annan in het Tamil-gebied niet te kunnen garanderen. Volgens een Srilankaanse krant wilde de president voorkomen dat de rebellen er een pr-show van maakten.

De leider van de Tamil Tijgers, Velupillai Prabhakaran, had Annan gevraagd langs te komen. De Tamil Tijgers (LTTE), die al sinds de jaren tachtig strijden voor een eigen Tamil-staat, betichten de regering ervan onvoldoende hulp te bieden aan de Tamil-minderheid. Colombo spreekt dat met kracht tegen.

Ondertussen zoeken steeds meer overlevenden in Sri Lanka hun oude, beschadigde woningen weer op. Sinds de ramp waren de meesten ondergebracht in scholen, maar omdat vandaag de lessen weer begonnen, moeten ze daar weg. Volgens hulpverleners zijn de meeste getroffenen er inmiddels ook aan toe een begin te maken met het herbouwen van hun eigen huis. Anderen trekken in bij familieleden wier huis de rampvloed wel heeft overleefd.

Uit Atjeh komen nog steeds berichten over schermutselingen tussen militairen en rebellen van de GAM, de Beweging Vrij Atjeh. Inwoners van het dorp Lham Long in Atjeh vertelden zaterdag tegen een verslaggever van de BBC dat afgelopen donderdag nog zeven burgers omkwamen door een vuurgevecht tussen GAM-leden en regeringstroepen.

Volgens de maandageditie van de krant The Australian krijgen hulpverleners in Atjeh op bepaalde routes bescherming van militairen, ook overdag. De buitenlandse organisaties hebben ook een lijst gekregen van gebieden in Atjeh die ze moeten mijden.

Om te voorkomen dat tsunamiwezen naar het buitenland worden gesmokkeld heeft Indonesië extra controle ingesteld aan de grenzen. Bovendien komen er in opvangkampen speciale centra die zich gaan inspannen voor de hereniging van kinderen met hun ouders of familie. Daarnaast komt er gespecialiseerde opvang voor getraumatiseerde vrouwen, maakte de regering bekend.