Adventsboodschap onttroont maakbare mens
Wij hoeven geen ”goddelijke mensen” te worden of die te creëren, zoals kunstmatige intelligentie beoogt, maar mogen leven in de verwondering dat God Mens werd.
Sommige geleerden beweren dat we nu leven in de overgangsfase van de derde naar de vierde industriële revolutie. Anderen vinden deze gedachte misleidend en spreken liever over een maatschappelijke revolutie die gaande is. Daar is veel voor te zeggen, want de ontwikkelingen in de samenleving volgen elkaar snel op. Sommige politici en big tech-bedrijven zijn voortdurend gefocust op technologische vooruitgang, „ten dienste van de mensheid”. Ze ontwikkelen allerlei apps om problemen aan te pakken. Daarmee gaan ze niet alleen virussen te lijf, maar ook de lange wachtrijen op Schiphol. Met een digitale munt in de EU zouden ook verschillende problemen te voorkomen zijn.
Met technologie krijgen we van alles onder controle en brengen we de mensheid en onze aarde naar een steeds hoger plan, luidt het ideaal. Of is het een geloof? Het lijkt erop dat de opvatting dat de geschiedenis één grote vooruitgang is nog springlevend is. Dat is opmerkelijk tegen de achtergrond van de twintigste eeuw, met zijn twee wereldoorlogen. Leren we dan niets van de geschiedenis? Of leert de geschiedenis dat de mens daarvan niets leert?
”Upgraden”
In het vooruitgangsgeloof waarin de techniek verheerlijkt wordt, is van bescheidenheid weinig te merken. Alles is immers maakbaar en realiseerbaar. Ook wat betreft de toekomst moeten wij het heft in eigen hand nemen, is dikwijls de gedachte. Zo ziet het transhumanisme wel mogelijkheden voor het ”upgraden” (verbeteren) van de mens door kunstmatige intelligentie (”artificial intelligence”). Alleen wie deze op een handige wijze weet in te zetten, zal in de toekomst overleven. Homo sapiens, de verstandige mens, moet plaats gaan maken voor homo deus, de goddelijke mens.
Uiteraard is de ”upgrading” alleen weggelegd voor een kleine groep aanzienlijken en rijken. Alleen zij kunnen de implementatie van allerhande technologie (al dan niet in het lichaam) betalen. Deze ”mensensoort” lijkt de toekomst te gaan bepalen, beweert historicus Yuval Noah Harari in zijn boek ”Homo Deus. Een kleine geschiedenis van de toekomst”.
Precies omgekeerd
Er zijn mensen die deze ontwikkelingen toejuichen. Zij kijken net als Harari naar de toekomst en vinden het prima dat die zal toebehoren aan de homo deus. Christenen krijgen het hier misschien eerder benauwd van, maar dat is niet nodig. We leven in de adventsweken.
”Advent” betekent ”komst”. Wereldwijd staan we als christenen weer stil bij de komst van de Heere Jezus in deze wereld, verloren in schuld. Gods Zoon wilde een lichaam van vlees en bloed aannemen, maar zonder zonde. Elke zondag belijden we dit onbevattelijke, bevrijdende wonder met een van de oecumenische belijdenisgeschriften: „(…) En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere, Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria.”
Het is dus precies omgekeerd. Wij hoeven geen goddelijke mensen te worden of die te creëren, maar we mogen leven in de verwondering dat God Mens werd.
We kijken in de adventsweken ook vooruit. Jezus Christus komt opnieuw. Ten diepste is de toekomst een Persoon die op ons toe komt. Terwijl we onze dagelijkse roeping vervullen, dienen we ons voor te bereiden op de ontmoeting met Hem.
De toekomstvisie van de apostel Petrus is zo totaal anders dan die van Harari. Petrus schrijft: „Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont.” Deze toekomstverwachting bepaalt het leven van allen die de Zoon van God als hun Zaligmaker leerden kennen. Petrus vervolgt dan ook: „Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede.” (2 Petrus 3:13-14)
De auteur is werkzaam in het onderwijs.