Speuren naar lichamen onder het puin
Een week lang zochten drie Nederlanders met hun speurhonden naar doden in de puinhopen op Sri Lanka. Ze vonden zeker vijftien slachtoffers. Speurder Saad Attia (41): „Het kan ineens gebeurd zijn met een mensenleven.”
„Hier moest ik even huilen. Hier krijg ik kippenvel van.” In zijn woning in Huizen wijst Saad Attia op een foto zijn computer. De schokkende afbeelding toont het ernstig gehavende lichaam van een vrouw. Het kwam onder het puin vandaan, nadat Attia’s speurhond, de 6-jarige labrador Samir, alarm had geslagen.
Vrijdag keerden Attia en zijn collega’s Esther van Neerbos en Janette Kruit van de Stichting Signi Zoekhonden terug van hun expeditie naar het door de zeebeving getroffen Sri Lanka. „De schokkende beelden staan me scherp voor ogen”, zegt Attia, terwijl hij aan één stuk door zware shag rookt. Zijn plunjebalen liggen nog onuitgepakt in de kamer. Na zijn aankomst op Schiphol is Attia vrijdagochtend, na de vermoeiende gebeurtenissen, eerst een paar uur gaan slapen.
Stank
Toen Attia op tweede kerstdag, tevens zijn verjaardag, tv-beelden van de vloedgolf in Azië zag, „begon het te kriebelen.” Een paar dagen later vertrok hij met twee collega-speurders en drie speciaal getrainde honden naar het getroffen gebied.
Daar zag de in Irak geboren Huizenaar de door de zeebeving aangerichte verwoestingen met eigen ogen. „De situatie aan de kust was verschrikkelijk. Op Sri Lanka zijn binnen luttele minuten duizenden mensen doodgegaan. Alles langs de kust is weggevaagd. Huisjes, grote stenen, grote boten en auto’s zijn weggesleurd. Kokosbomen en bananenbomen werden met de stroom meegevoerd.”
Met hun honden speurden de Nederlanders onder meer in het stadje Galle in Sri Lanka. Te midden van een „verschrikkelijke stank” zochten ze naar dode lichamen onder het puin. Voortdurend werden ze vergezeld door twee politiemensen en een gids.
De speurders gingen volgens een vast stramien aan het werk. Als een van de honden alarm sloeg, deed een andere speurhond een extra controle. Sloeg dat dier ook alarm, dan werd de plaats gemarkeerd met een stok met vlaggetje. De lokale bevolking of militairen gingen vervolgens over tot de berging.
De Nederlanders ontdekten de afgelopen week zeker vijftien lichamen. Ook wezen ze 25 plekken aan waar mogelijk een of meer doden liggen.
Kelder
De scherpe neus van de honden heeft gouden diensten bewezen, vertelt Attia. „We zochten bijvoorbeeld in een kelder van een supermarkt. Het was daar een enorme chaos. Volgens de eigenaar lag er geen lichaam meer. Maar de honden sloegen toch aan. En honden liegen niet. Later bleek dat er een lichaam onder een bromfiets lag, met daarboven een auto en daar weer boven een berg puin.”
Van bewoners kregen de Nederlanders hartverscheurende verhalen te horen. „Een man vertelde dat zijn broer met zijn kind en zijn opa in een huis woonde. De broer was een stuk verder gevonden. Het kind was spoorloos. Of wij wilden zoeken. Dat is gebeurd. Maar we konden het kind niet vinden.” Attia kwam mensen tegen die geshockeerd leken. „Een man zei de ene keer niks en zat afwezig voor zich uit te staren, dan weer vertelde hij hoeveel mensen hij had gered en hoe hij een kind had zien verdrinken.” De Nederlanders probeerden zich enigszins af te schermen voor de trieste verhalen. „Anders kun je je werk niet meer doen.”
Schokkend vond de hondenbegeleider de vondst van „simpele bezittingen” in het puin. „We troffen nogal wat foto’s en paspoorten aan. Of keukenvoorwerpen. Een stoeltje of zo.”
Attia heeft zich verbaasd over de veerkracht van de Aziaten. „Op een bepaalde manier zijn het harde mensen. Ze pakken snel het leven weer op, ogenschijnlijk alsof er niks aan de hand is.” Petje af voor de politiemensen en militairen in het rampgebied. „Die mensen gaan dag en nacht door.”
Thee
De lokale bevolking droeg de Nederlandse speurders op handen. „De mensen waren zeer behulpzaam. Ze wezen ons op verdachte plekken. Ook bedankten ze ons uitvoerig voor onze hulp. We kregen eten en thee aangeboden. Dat hebben we maar niet aangenomen, vanwege het risico op besmet voedsel. Kokossap dronken we wel. Iemand klom in een boom en hakte een kokosnoot af. Daar zit een lekker sapje in.”
Attia en zijn collega’s werkten ongeveer vijf, zes uur per dag. „Dan was je ook echt op. Het was daar meer dan 30 graden. Als het regende, leek het alsof je een warme douche kreeg. Ik was blij als ik aan het eind van de dag aan zee even een shagje kon roken.”
Ook de honden kregen na een uur of vijf last van vermoeidheid. Twee viervoeters raakten tijdens de zoektocht gewond aan hun poten. Ze waren in scherp puin of glas gestapt. „’s Ochtends kregen de dieren een pijnstiller. Dan waren ze zo actief als een tijger.”
De vondst van slachtoffers veroorzaakte bij Attia tegenstrijdige gevoelens. „Aan de ene kant ben je dolblij dat je iemand op het spoor bent en nabestaanden zekerheid biedt. Aan de andere kant word je ruw geconfronteerd met het feit dat een mensenleven zo aan een einde kan komen.”
Attia kreeg de afgelopen week gruwelijke beelden te zien. Hij stond onder meer oog in oog met een aangevreten lichaam en zag hoe het nauwelijks nog herkenbare lichaam van een vrouw bedekt zat onder de maden. „De eerste nacht kon ik niet slapen. Daarna ging het beter. Op een bepaalde manier wen je aan de tragedie. Ik weet niet hoe het de komende weken zal gaan. Misschien moet ik hulp inschakelen.” Hij is blij dat hij geen lichamen van kinderen vond. „Daar ga ik kapot aan.”