Nederland wil speciaal Oekraïne-tribunaal huisvesten
Nederland wil wel gastland worden voor een speciaal tribunaal dat de verantwoordelijken voor de Russische oorlog tegen Oekraïne moet berechten. Het kabinet aarzelde aanvankelijk over zo’n tribunaal, maar wil zich daar nu sterk voor maken.
Den Haag herbergt al het Internationaal Strafhof (ICC), dat moet optreden tegen oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid, genocide en agressie tegen een ander land. Maar dat laatste misdrijf, dat gaat over het beramen van bijvoorbeeld een invasie als de Russische inval in Oekraïne, wordt zelden vervolgd. Omdat Rusland het ICC ook niet erkent, staat het nu sowieso machteloos.
„De grove mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdrijven die in Oekraïne plaatsvinden mogen niet onbestraft blijven”, zegt minister Wopke Hoekstra van Buitenlandse Zaken. „Het is belangrijk om dit gat te dichten.” Daarom volgt hij nu onder andere de Tweede Kamer en de Europese Commissie en gaat zich inspannen voor een afzonderlijk tribunaal.
Voor de oprichting van de gespecialiseerde rechtbank is wel „internationaal brede politieke steun” en „financiële steun” nodig, zegt Hoekstra. Ook mag het tribunaal het werk van het ICC niet in de weg zitten.
De zoektocht naar internationaal draagvlak belooft wel moeilijk te worden. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zal nooit met de plannen instemmen, al was het maar omdat Rusland die daar kan dwarsbomen. Maar vervolgens kunnen ze worden voorgelegd aan de algemene vergadering met alle VN-landen, die het Russische optreden tegen Oekraïne al eerder veroordeelde.
Voor het plegen van agressie zijn vaak niet zozeer ondergeschikten maar juist hun superieuren verantwoordelijk. Die zijn doorgaans moeilijker te pakken.