Er zijn in deze wereld twee koninkrijken. God heeft een koninkrijk en van de satan kan gezegd worden dat hij ook een koninkrijk in deze wereld heeft. Christus heeft een koninkrijk. Dat is Zijn zichtbare kerk. Zijn kerk is Zijn bijzonder koninkrijk. Ik bedoel hen die vallen onder de verkiezing van vrije genade. Dat is een koninkrijk binnen een koninkrijk, een onzichtbaar koninkrijk binnen een zichtbaar koninkrijk.Hier, in deze tekst, vindt een gesprek plaats tussen Christus en een schriftgeleerde. De schriftgeleerde vraagt aan Christus: Wat is het eerste en het grootste gebod? Als Christus hem de hoofdsom van alle geboden vraagt, zegt de schriftgeleerde: God lief te hebben uit geheel het hart… Dan antwoordt Christus met de woorden van deze tekst.

Deze woorden zijn aan de ene kant bevestigend, aan de andere zijde ontkennend. God heeft als Voortbrenger van al zijn schepselen een koninkrijk over de gehele aarde. Maar aan de andere kant heeft Hij een koninkrijk naar Zijn verkiezing, waarover Hij regeert en waarbij Hij woont door Zijn Woord en Geest.

Met dit koninkrijk hebben wij in deze tekst te maken. Die dat ontvangen, zijn zij die Jezus Christus omhelzen in het vrije aanbod van het Evangelie. Van hen kan gezegd worden dat zij het koninkrijk hebben ontvangen.

James Renwick, predikant in Schotland (In tijden van vervolging, 1685)