Stolperstein herinnert voortaan aan erudiete Amsterdamse geleerde Juda Palache
Professor Juda Palache was een burger van twee werelden: de Joodse en de Nederlandse. In 1944 werd hij in Auschwitz vermoord. Woensdag werden hij en familieleden van hem in Amsterdam herdacht en werden Stolpersteine voor hun voormalige woonhuizen ingemetseld.
De herdenkingsbijeenkomst vond plaats in een zaal van de Portugese Synagoge in Amsterdam, middenin de vroegere Jodenbuurt. Het symposium was georganiseerd door de vakgroep Hebreeuws en Joodse studies van de Universiteit van Amsterdam en de familie Palache.
Juda Lion Palache (1886-1944) werd in 1924 benoemd tot hoogleraar Semitische talen en culturen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij ontwikkelde zich tot een vooraanstaand wetenschapper en was zeer actief binnen de Joodse gemeenschap, onder meer als bestuurder van de Portugees-Israëlische gemeente Amsterdam. In 1940 werd hij als Jood uit zijn functie aan de universiteit ontheven en in 1941 ontslagen.
Achterkleindochter Ronit Palache vertelde dat er vroeger gezwegen werd over wat er tijdens de oorlog met het lot van haar voorgeslacht gebeurd is. „Erover praten deed je niet.” Toen ze onlangs afbeeldingen van haar familie zag, maakten die „een verpletterende indruk. Mijn voorgeslacht kreeg een gezicht.”
Haar vader, Bram Palache, een kleinzoon dus van prof. Juda Palache, zei dat het vroeger thuis inderdaad niet gebruikelijk was om te praten over wat er in de oorlog gebeurd is. „We waren een tweedegeneratiegezin. We voelden het grote verdriet, maar hadden het er niet over. We beleefden het verlies van ons voorgeslacht indirect, niet emotioneel. Van de afwezige familieleden was er geen foto, behalve van grootvader.”
Bram Palache vertelde dat hij een eigen weg koos door de oorlog niet toe laten in zijn eigen leven en door in de overlevingsmodus verder te gaan. Toen hij de namen van zijn vermoorde familieleden op het Holocaust Namenmonument las, werd hij indringend met het verleden geconfronteerd. Hij voelt zich verbonden met zijn grootvader en met deze plek, waar Juda Palache veertig keer in verband met het jaarlijkse Rosh Hasjana op de sjofar heeft geblazen.
Historicus dr. Jaap Cohen, zoon van oud-burgemeester Job Cohen, zei dat de Portugese Joden, waartoe de Palaches behoorden, eerst hoopten dat zij niet gedeporteerd zouden worden. Als laatste van alle Amsterdamse Joden werden ze toch afgevoerd, in februari 1944. Via het Adama van Scheltemaplein en station Muiderpoort gingen ze naar Westerbork en vandaar later via Theresienstadt naar vernietigingskamp Auschwitz. Prof. Palache werd slachtoffer van de moordmachine van het Derde Rijk, zo klonk het. Leo Palache overleefde de oorlog.
Eenzame positie
Met de Joodse hoogleraar was een uitnemend geleerde heengegaan, betoogde prof. dr. Irene Zwiep, hoogleraar Hebreeuwse, Aramese en Syrische talen en culturen aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Ze maakte duidelijk dat Juda Palache een eenzame positie had als hoogleraar. Aan de ene kant verdedigde hij het Jodendom in de Nederlandse maatschappij. Anderzijds kwam hij op voor de Nederlandse samenleving in de Joodse gemeenschap. „Hij vond troost in de taalwetenschap. Dat deed hij nog in het concentratiekamp. Het Juda Palache Instituut is naar hem vernoemd. Hij was een erudiet geleerde.”
Prof. dr. Bart Wallet, hoogleraar Joodse Studies aan de UvA, stelde dat prof. Juda Palache vóór alles wetenschapper was, maar dat hij ook zijn uiterste best deed om begrip te kweken. „Palache was vol geestelijke en zedelijke idealen en schreef voor diverse bladen. Hij wilde de Joodse gemeenschap geestelijk opvoeden. Hij was de enige Jood op academisch niveau die commentaar kon geven op maatschappelijke kwesties en hij reisde door het hele land om lezingen te geven over het Jodendom.”Juda Palache bleef de Joodse gemeenschap trouw, totdat zijn weg doodliep in Auschwitz, aldus prof. Wallet. Hij werd daar op 18 oktober 1944 vermoord.
Stolpersteine
Woensdag zijn in Amsterdam zes Stolpersteine (struikelstenen) voor de familie Palache ingemetseld. Dat gebeurde op de stoepen voor de huizen waar ze gewoond hebben: Nieuwe Prinsengracht 23, Schubertstraat 52 en Merwedeplein 53.
De Stolpersteine aan de Prinsengracht bevinden zich op loopafstand van de Portugese Synagoge. Hier hebben Willem Arthur Mendes da Costa en Judith Anna Mendes da Costa-Palache gewoond. Na het inmetselen van de stenen zei een aanwezige het Joodse Kaddisjgebed op.
In Amsterdam liggen meer dan duizend Stolpersteine. In heel Europa zijn dat er ongeveer 100.000. De stenen zijn van beton. Op de kop zit een messingplaatje, waarin de naam, geboortedatum, deportatiedatum en plaats en datum van overlijden zijn gestanst.