Na schooltijd eerst vuilnis sorteren
Je hoeft niet per se naar Beiroet om de kwetsbaarheid van welvaart tot in je tenen te voelen. Maar het helpt wel. Toen ik deze jongens op straat bezig zag, fluisterde het in mij: dat hadden mijn jongens kunnen zijn.
Ze zien eruit als nette schooljochies, nog keurig gekapt en gekleed. Maar zij zitten niet te gamen of te schaken. Ze zijn niet op weg naar voetbal of orgelles. Niet meer. Ze spitten nu afval door, op zoek naar spullen.
Hun voorkomen verraadt iets van een abrupte omslag in hun leventje. Van welvaart die pardoes duikelde richting armoede. Het typeert de toestand in de Libanese hoofdstad Beiroet en in heel Libanon. De snelheid waarmee dit land bezig is weg te zakken, doet je huiveren. Sinds de regering in 2019 ophield met fatsoenlijk bestuur, gaat het schrikbarend snel bergafwaarts. Zo weigert de vuilnisdienst werk omdat er niet wordt uitbetaald. De gevolgen zijn te zien en te ruiken. De stroomvoorziening ligt ook al maanden plat, om dezelfde reden. Door een gierende geldontwaarding lopen mensen met stapels bankbiljetten rond om de simpelste dingen te kopen. Afrekenen doe je in Beiroet in miljoenen. Veel groter nog is de nood achter de huisdeuren. In gezinnen en families waar nauwelijks nog inkomsten binnenkomen vanwege werkloosheid. En waar dus niets meer is om uit te geven.
Waarom grijpt die neergang mij zo aan, vroeg ik me af. Omdat die me naar mijn rijkdom doet grijpen: niet kwijt raken, zoals daar gebeurt! Maar ook omdat in verval ieder greintje hoop ontbreekt. Armoede kun je zien als ”nog niet”, als vooruitgang die hapert. Als ernstig achterblijven in een vaart vooruit. In neergang zit ook vaart, maar dan richting afgrond. Precies dát maakt ”niet meer” aangrijpend.
Toch heeft ook in Beiroet afbraak niet het laatste woord. Want als nachtdieren in de schemer duiken ze op: weldoeners. Zij die de wet van de jungle, het ”ieder voor zich” aan hun laars lappen en dienen, zorgen en uitdelen. Zo’n lichtplek is de hulppost van de Armeense protestantse kerk in de wijk Burj Hammoud. Moeders kunnen er terecht als zij hun gezin niet meer kunnen voeden. Doodzieke mensen kloppen er aan als medicijnen voor hen onbetaalbaar zijn. Wat er langs deze weg ook wordt gedeeld en geboden? Dat is houvast en hoop, alle verval en neergang in mensenlevens ten spijt.