Waar blijft de nieuwe EU-gezant voor godsdienstvrijheid?
De post van speciale gezant godsdienstvrijheid voor de Europese Unie is al sinds september 2021 onvervuld. Waarom lijkt de Europese Commissie zo weinig haast te maken met het aanstellen van zo’n functionaris?
„Benoem die gezant die regeringen wereldwijd aanspreekt op geloofsvrijheid. Doe wat u heeft beloofd!” Met die woorden roept SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen de Europese Commissie op maandagavond 3 oktober 2022 op om snel een speciale gezant godsdienstvrijheid aan te stellen. De christenpoliticus, die ook lid is van de intergroep godsdienstvrijheid, een internationale groep Europarlementariërs die zich inzet voor de aanstelling van een Europese godsdienstgezant, kruist tijdens de parlementaire vergadering de degens met Eurocommissaris Helena Dalli. Zij vervangt tijdens dit debat commissaris Margarítis Schinas, de verantwoordelijke voor de benoeming van de godsdienstgezant.
Dalli reageert: „Binnenkort volgt een besluit over de benoeming van een gezant.” Op navraag van het Reformatorisch Dagblad reageert de Commissie in dezelfde lijn: „De kwestie heeft onze volle aandacht. Ieder moment kunnen we de nieuwe gezant bekendmaken.”
Ruissen blijft echter met al deze toezeggingen ontevreden: „De voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen gaf ruim een jaar geleden hetzelfde aan. Maar zulke toezeggingen horen we nu al drie jaar. Het is gewoon duidelijk dat de benoeming geen prioriteit heeft. Wat dat betreft heb ik het vertrouwen in de Commissie verloren.”
Ján Figel
De post van speciale gezant godsdienstvrijheid staat al sinds 2013 op de politieke agenda van de EU. In dat jaar richten een aantal Europarlementariërs een werkgroep op om het thema godsdienstvrijheid verder op de kaart te zetten. Een van de eerste voorstellen van de groep is om ook een speciaal gezant voor de bevordering van de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging buiten de EU te benoemen.
In 2014 neemt de nieuwe Commissie dit voorstel over en in mei 2016 stelt Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker de Tsjechische christendemocraat Ján Figel aan als godsdienstgezant namens de EU. Figel krijgt een mandaat: een opdracht die inhoudt dat hij voor een jaar godsdienstgezant mag zijn voor de Unie. De Commissie oordeelt vervolgens jaarlijks over de verlenging van dit mandaat.
Het takenpakket van Figel is redelijk breed. De godsdienstgezant kan zorgelijke situaties op het gebied van godsdienstvrijheid wereldwijd aan de orde stellen en dit rapporteren aan de EU-instanties. Als blijkt dat landen het recht op godsdienstvrijheid schenden, dan heeft de EU de instrumenten om via handelsrelaties de politieke druk op te voeren of zelfs sancties in te zetten.
ChristenUnie-Europarlementariër Peter Van Dalen is al vanaf het eerste uur bij de intergroep godsdienstvrijheid betrokken en is nu covoorzitter. Volgens hem kan een godsdienstgezant echt invloed uitoefenen op landen die het recht op godsdienstvrijheid aantasten. Van Dalen: „Het voordeel van zo’n gezant is dat hij direct is aangesteld door de Commissie en spreekt namens de Commissievoorzitter. Daardoor werd Figel ook ontvangen op het hoogste niveau. Hij kon spreken met premiers, presidenten en hoge rechters.”
Er klinkt echter ook kritiek op het functioneren van Figel. In februari 2019 vraagt een groep Europarlementariërs, onder leiding van D66’er Sophie in ’t Veld, een onderzoek aan bij de Europese ombudsman. In ’t Veld heeft kritiek op het feit dat Figel zich inlaat met „extreme organisaties die anti-abortus, anti-lhbti en anti-gendergelijkheid zijn.” Ook hekelt ze „de onderhandse benoeming, het onduidelijke mandaat en het ondoorzichtige karakter” van de functie. De Europese ombudsman verklaart de aanvraag niet-ontvankelijk, maar vindt wel dat een volgende gezant transparanter moet zijn over zijn functioneren.
Nieuwe Commissie
In 2019 treedt de nieuwe Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen aan. Op dat moment vervalt het mandaat van Figel en besluit Von der Leyen de post niet terug te laten keren. De Commissievoorzitter krijgt op haar besluit felle kritiek van Europarlementariërs, onder meer uit haar eigen christendemocratische EVP-fractie. De Commissie zwicht voor de druk en enkele dagen later maakt commissaris Schinas bekend dat ze de post hervat.
Toch blijft het onder de Commissie-Von der Leyen nog anderhalf jaar wachten. Maar in mei 2021 is het dan zover: de Grieks-Cypriotische christendemocraat Christos Stylianides wordt als speciaal gezant benoemd. Echter, vier maanden na zijn benoeming houdt de kersverse godsdienstgezant het weer voor gezien en gaat hij aan de slag als minister van Klimaat van Griekenland.
Sinds het aftreden van Stylianides blijft het weer een halfjaar stil rondt de benoeming van de gezant. Intussen manen de intergroep godsdienstvrijheid, individuele Europarlementariërs en organisaties de Commissie om haast te maken met de aanstelling.
Hoewel Schinas steeds aangeeft dat ze „bezig zijn met de afronding van het proces”, lijkt er weinig schot in de zaak te zitten. Tot voorjaar 2022. Plots bericht Schinas dat de aanstelling van een nieuwe gezant een kwestie van weken is. De Commissie zou volgens verschillende bronnen de Italiaanse christendemocraat Mario Mauro op het oog hebben.
Nu, meer dan een halfjaar later, is Mauro echter nog steeds niet in functie en niemand lijkt te weten waarom. „De Commissie-Von der Leyen is uiterst vaag over de reden waarom de post nog steeds vacant is”, zegt SGP-Europarlementariër Ruissen. „Door corona is de benoeming van hoge functionarissen vertraagd, maar we zijn nu drie jaar verder. Volgens mij ontbreekt het gewoon aan politieke wil om iemand te benoemen.”
Europarlementariër Van Dalen denkt dat er meer achter zit. Hij vermoedt dat de opstelling van kritische parlementariërs invloed heeft op de Commissie. Omdat de benoeming van een godsdienstgezant bij sommige fracties gevoelig ligt, zou de Commissie haar handen niet aan het onderwerp willen branden en de benoeming uitstellen. Vooral de aanvraag van D66-Europarlementariër In ’t Veld bij de Europese ombudsman heeft volgens Van Dalen hieraan bijgedragen: „Met haar actie heeft ze het signaal gegeven dat als de godsdienstgezant politiek gezien niet in haar straatje opereert, ze tegengas biedt tegen de benoeming.”
D66-Europarlementariër In ’t Veld weet zelf niet of haar negatieve houding naar de oud-godsdienstgezant invloed heeft op de huidige opstelling van de Commissie. Wel blijft ze nog steeds principieel tegen de aanstelling van een nieuwe godsdienstgezant. „Wat mij betreft is het een onnodige functie”, zegt ze. „Er is al een gezant voor mensenrechten in het algemeen. Bovendien is de EU, volgens het oprichtingsverdrag, een niet-religieuze organisatie. Wat mij betreft blijft dat ook zo.”
Volgens Arie de Pater, werkzaam bij de Europese Evangelische Alliantie (EEA), een Europese beweging die onder meer opkomt voor godsdienstvrijheid, hebben In ’t Veld en andere kritische Europarlementariërs tot op zekere hoogte een punt. „Als een rooms-katholieke Commissievoorzitter als Juncker in het Vaticaan in aanwezigheid van de paus de benoeming van een rooms-katholieke godsdienstgezant Figel bekendmaakt, dan wek je toch de schijn dat zo iemand een cadeautje is voor de christenen”, aldus De Pater.
Seculiere godsdienstgezant
Daarom stelt hij voor om eens een seculiere gezant te benoemen: „Op die manier benadruk je dat het hier om bredere mensenrechten gaat als vrijheid van denken, geweten en religie en wordt de functie acceptabeler voor kritische Europarlementariërs”, zegt De Pater.
D66-Europarlementariër In ’t Veld kan hier tot op zekere hoogte in mee. „Als de Commissie een signaal wil geven, zouden ze eens een vrouw, wellicht een atheïst, kunnen benoemen.” Toch blijft zij ook dan nog principieel tegen de aanstelling van een godsdienstgezant: „De functie is zoals gesteld overbodig. Om godsdienstvrijheid aan te kaarten is geen speciale gezant nodig.”
Figel vindt juist dat haast is geboden met de benoeming van een speciale gezant godsdienstvrijheid: „De wereldwijde trend is zorgwekkend negatief. Steeds meer mensen worden vanwege hun overtuiging vervolgd of gediscrimineerd. En Europa laat het allemaal maar gebeuren”, laat hij weten.
Volgens Europarlementariër Van Dalen is een snelle aanstelling van een godsdienstgezant ook om een andere reden belangrijk. „Het mandaat van de Commissie-Von der Leyen loopt eind 2024 ten einde. Als de nieuwe godsdienstgezant op dit moment wordt benoemd, dan heeft hij nog ruim een jaar, maar niet veel meer dan dat, om zijn werk op orde te brengen en aan de slag te gaan. Als op dit moment niemand wordt benoemd, dan kun je op een briefje schrijven dat het volgende mandaat ook niet verleend wordt.”
Teleurgesteld
Van Dalen is teleurgesteld dat de Commissie de aanstelling van een godsdienstgezant zo lang uitstelt. Toch heeft hij goede hoop op de snelle aanstelling van een gezant: „Ik verwacht nu ieder moment dat de aankondiging van een nieuwe gezant officieel wordt gemaakt en die persoon aan de slag kan.” SGP’er Ruissen is echter minder zeker: „Tijdens het debat van 3 oktober en door schriftelijk vragen te stellen hebben we de druk op de Commissie wel maximaal opgevoerd. Ik hoop dat er snel een beslissing komt.” Of de Italiaanse Mauro nog de nieuwe godsdienstgezant wordt, is onzeker. De Pater denkt in ieder geval van niet. „De Commissie gaf half september aan dat Mauro het niet wordt. Wie het dan wel wordt, is nog de vraag.” Voormalig godsdienstgezant Figel ziet veel mogelijke kandidaten rondlopen: „Sinds mijn benoeming in 2016 hebben verschillende EU-landen een godsdienstgezant benoemd. Deze ervaren diplomaten hebben de nodige ervaring en de juiste contacten om een snelle start te maken.”
Volgens hem hoeft de benoeming van een nieuwe godsdienstgezant niet veel tijd in beslag te nemen. „Het kan een proces van enkele dagen zijn omdat de positie van deze speciale gezant niet geïnstitutionaliseerd is. Voor de benoeming is alleen overleg nodig tussen Von der Leyen en Schinas.” Ruissen zet zich er in ieder geval voor in: „Ik wil de Commissie nog een paar weken de tijd geven. Als we dan nog niets horen, trekken we weer aan de bel.”