Raad: samenwerken met buitenlandse universiteit kan riskant zijn
Samenwerking tussen Nederlandse kennisinstellingen en universiteiten in het buitenland kan een gevaar zijn voor de nationale veiligheid, stelt de Adviesraad voor wetenschap, technologie en innovatie (AWTI) in een nieuw rapport. Universiteiten en hogescholen moeten werken aan meer bewustwording over de risico’s die internationale samenwerkingen met zich meebrengen.
„Door recente geopolitieke, technologische en maatschappelijke ontwikkelingen in de wereld zijn er zorgen over internationale samenwerkingen”, aldus de adviesraad. „Een reeks incidenten” heeft laten zien dat zulke samenwerking een gevaar kan zijn voor de nationale veiligheid. „Bijvoorbeeld wanneer informatie over cruciale infrastructuur of militaire technologie wordt gestolen.”
De raad verwijst bijvoorbeeld naar een melding van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) eind 2020. Twee Russische diplomaten moesten Nederland verlaten, omdat ze zich bezighielden met spionage in de Nederlandse hightechsector en de wetenschap.
Meer wetenschappelijk onderzoek naar ‘kennisveiligheid’ is nodig, meent de adviesraad. Onder de term kennisveiligheid vallen „onwenselijke kennisoverdracht, heimelijke beïnvloeding en ethische vraagstukken rondom internationale samenwerkingen aan kennisinstellingen, zoals universiteiten en hogescholen”. Nederlandse universiteiten en hogescholen werken geregeld samen met buitenlandse universiteiten. Dat levert veel op, aldus de adviesraad. Zo wordt kennis gedeeld en studenten en docenten kunnen gemakkelijker rondreizen. Maar er zitten dus ook risico’s aan.
De raad pleit nadrukkelijk voor „nuance in de aanpak”. Volgens raadslid van de AWTI Chokri Mousaoui moet internationale samenwerking absoluut behouden blijven. Het gaat volgens hem om „het vinden van een balans tussen naïviteit en het doorslaan in veiligheid”.
Het rapport wordt donderdag aangeboden aan minister Robbert Dijkgraaf van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.