H. voerde op die belastingbiljetten stelselmatig gefingeerde aftrekposten op, waardoor zijn ’cliënten’ aanzienlijke sommen van de fiscus terugkregen. In een groot aantal gevallen meldde de belastinginspecteur zich later bij de aangevers, nadat duidelijk was geworden dat de formulieren valselijk waren ingevuld. Het van de fiscus terugontvangen geld was dikwijls al opgesoupeerd, waardoor de aangevers in grote problemen raakten.

H. werd steeds populairder onder allochtone Amsterdammers, die het Nederlands niet of nauwelijks machtig waren en van het Nederlandse belastingstelsel al helemaal geen kaas hadden gegeten. H. had de reputatie dat hij mensen aanzienlijke bedragen kon bezorgen door hun aangiften te verzorgen. Hij opereerde in een kantoortje achter een reisbureau aan de Overtoom en bracht naar eigen zeggen zo’n 35 euro per ingevuld formulier in rekening. Volgens zijn slachtoffers rekende H. 75 euro per T-biljet.

De Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) verrichtte onderzoek naar de toch al gebrekkige administratie van H. en kwam tal van onregelmatigheden tegen. H. zelf ziet in de FIOD zijn grootste vijand. Hij meent dat die verantwoordelijk is voor twee mishandelingen die hem ten deel zijn gevallen. Ook zou de dienst de hand hebben gehad in de brandstichting in H.’s kantoor, in november vorig jaar.

Volgens advocaat O. van der Lee heeft H. te goeder trouw en uit idealistische motieven gehandeld. Hij vroeg de rechtbank zijn cliënt vrij te spreken.

De rechtbank doet op 20 januari uitspraak.