Deskundigen verdeeld over alzheimermedicijn
Deskundigen zijn verdeeld over een medicijn tegen alzheimer. Uit nieuw onderzoek blijkt dat het middel, lecanemab, de achteruitgang van de hersenen vertraagt. Het effect is echter gering en er kunnen ernstige bijwerkingen optreden.
„De resultaten zijn heel positief. Dit is de eerste keer dat er duidelijk gunstige resultaten naar buiten komen over een middel dat de ziekte van Alzheimer vertraagt”, stelt prof. dr. Yolande Pijnenburg, neuroloog en medisch directeur van het Alzheimercentrum in Amsterdam.
Pijnenburg belt vanuit San Francisco, waar deze week een congres over onderzoek naar de ziekte van Alzheimer plaatsvindt. Tijdens de bijeenkomst presenteerden onderzoekers dinsdagavond de resultaten van een internationale studie naar lecanemab.
Op dezelfde dag publiceerden ze het onderzoek in het vooraanstaande tijdschrift The New England Journal of Medicine. De resultaten van het onderzoek komen niet helemaal als een verrassing: twee maanden eerder maakten de farmaceuten Biogen en Eisai al bekend dat lecanemab de cognitieve achteruitgang van beginnende alzheimerpatiënten met 27 procent vermindert.
Prof. dr. Edo Richard, neuroloog bij het Radboudumc, is echter sceptisch over de onderzoeksresultaten. „Het effect is klein. De patiënt merkt er weinig tot niets van.” Hij vindt dat de positieve reacties op het onderzoek valse hoop wekken.
Consistent
Aan het onderzoek werkte een internationaal team van wetenschappers mee. Het team volgde bijna 1800 patiënten met beginnende alzheimer voor een periode van 18 maanden. De helft van deze groep kreeg het echte medicijn, de andere helft een placebo.
Van de patiënten die het medicijn kregen, ging de hersenfunctie en cognitie minder snel achteruit dan in de placebogroep. Het resultaat is bescheiden: op een schaal van 0 tot 18 deden proefpersonen met lecanemab het gemiddeld 0,5 punt beter dan degenen die het nepmedicijn kregen. Dit effect is consistent en geldt bijna alle uitkomstmaten, waaronder de kwaliteit van leven, de ervaren zorgbelasting en het functioneren van de patiënt. De onderzoekers schrijven wel dat meer onderzoek nodig is om de veiligheid en werkzaamheid van het middel te bevestigen.
Lecanemab is een antilichaam dat bindt aan het zogenaamde bèta-amyloïde, een eiwit dat klonters in de hersenen kan vormen en in verband wordt gebracht met alzheimer. Tijdens de studie nam de hoeveelheid amyloïde op een hersenscan af.
Eerdere onderzoeken lieten zien dat het mogelijk is om de concentratie bèta-amyloïde in de hersenen te verminderen. Dat leidde echter meestal niet tot een verbeterde hersenfunctie. Volgens de Nijmeegse neuroloog Richard, die daarover in april vorig jaar een overzichtsartikel publiceerde, is het daarom de vraag of de oorzaak van alzheimer wel bij amyloïde moet worden gezocht.
Zwellingen
Behalve dat Richard niet overtuigd is van het effect van lecanemab, heeft hij drie grote bezwaren bij het medicijn. Allereerst de bijwerkingen. De kans op een zwelling of kleine bloedingen in de hersenen als gevolg van het medicijngebruik is zo’n 12 procent. De onderzoekers rekenen die niet tot ernstige bijwerkingen, omdat patiënten er vaak niets van merken. Ook verdwijnen de zwellingen vanzelf na een aantal maanden. Maar Richard vindt ze toch zorgelijk en is beducht voor mogelijke gevolgen op de lange termijn.
Daarnaast wordt het middel, een antilichaam, per infuus toegediend. Dat betekent dat een patiënt telkens naar het ziekenhuis moet. Niet één keer, maar om de week. Volgens Richard is dat belastend voor de patiënt en legt het extra druk op de ziekenhuiszorg. „Juist bij een zeer gering effect is het de vraag of deze belasting te rechtvaardigen is.”
Zijn derde bezwaar is het prijskaartje. Onbekend is wat lecanemab gaat kosten, maar goedkoop zal het niet zijn. Aducanumab, een antlichaam met een vergelijkbare werking als lecanemab, kostte bij de introductie in de Verenigde Staten 56.000 dollar per persoon per jaar, omgerekend een kleine 54.000 euro. Richard: „Het aantal mensen dat in theorie in aanmerking komt voor deze behandeling is ontzettend groot. Daarom is de farmaceutische industrie zo gebrand op een medicijn. Als een dergelijk middel op grote schaal wordt voorgeschreven, zorgt dat voor een ongelooflijke hap uit ons zorgbudget.”
Pijnenburg vindt dat Richard te negatief is. „Je kunt bezwaren hebben over de kosten en de toedieningswijze. Maar er is nu een belangrijke stap gezet en daarmee moeten we doorgaan. Eindelijk zijn er na zoveel jaren onderzoek gunstige resultaten. De ontwikkelingen in het veld gaan de goede kant op.”
Het kan overigens nog jaren duren voordat lecanemab beschikbaar komt voor de Nederlandse alzheimerpatiënt, áls dat al gebeurt. Daarvoor moet het medicijn eerst worden goedgekeurd door geneesmiddelenwaakhond EMA. Vervolgens onderzoekt het Zorginstituut Nederland of de voordelen opwegen tegen de nadelen, zoals de kosten.