Gevolgen importtarieven Trump: impact blijft beperkt tot achter de komma, maar onzekerheid is groot
Onzekerheid. Minder handel. Terugvallende investeringen. Afnemende economische groei. Lagere belastinginkomsten. Dat zijn de dreigende gevolgen van Trumps handelstarieven voor Nederland. Desalniettemin zijn de effecten grotendeels beperkt tot achter de komma.

De Nederlandse export zal slechts „beperkt” afnemen, verwacht het Centraal Planbureau (CPB). Het instituut publiceerde donderdag een rapport over de potentiële gevolgen van de Amerikaanse importheffingen voor Nederland.
Het is nog altijd onzekerheid troef als het gaat om de handelstarieven die Trump aankondigde, zie kader ”Liberation day”. De importheffing van 20 procent voor producten uit de Europese Unie is vooralsnog uitgesteld. Hetzelfde geldt voor de importtarieven voor andere Amerikaanse handelspartners, uitgezonderd China. Desondanks is de ontstane onrust op de internationale handelsmarkten allesbehalve bedaard.
„De internationale economie is momenteel aan voortdurende turbulentie onderhevig en verdere schokken in de wereldhandel, op financiële markten en op het gebied van de bredere onderlinge samenwerking, zijn denkbaar”, analyseert het CPB.
Toch is het effect op de Nederlandse handel, als Trump de aangekondigde importheffingen onverminderd doorzet, „niet zo heel groot”. Het planbureau schat in dat de exportgroei afneemt met 0,2 procentpunt in 2025 en met 0,6 procentpunt in het jaar daarna.
Eigen bodem
Dat komt in de eerste plaats doordat de VS voor Nederland –met 5,9 procent van de export– niet tot de belangrijkste handelspartners behoort. Bovendien is het niet waarschijnlijk dat de Amerikanen duurdere import op korte termijn kunnen vervangen door productie op eigen bodem. Daarbij komt dat een lagere dollarkoers Nederland in de kaart speelt. Een goedkopere dollar drukt de Europese inflatie, waardoor Europeanen meer te besteden krijgen. Als gevolg daarvan neemt de Nederlandse export naar Europese handelspartners toe.
Bedrijven zullen investeringen uitstellen tot er meer duidelijkheid is voor de toekomst. De particuliere bedrijfsinvesteringen zullen daardoor met 7 procent afnemen, verwacht het planbureau. Zowel de terugvallende investeringen als de lagere exportgroei dragen eraan bij dat de economie zowel dit als volgend jaar minder hard zal groeien: bij elkaar opgeteld 1 procentpunt.
Een en ander heeft ook consequenties voor de schatkist. Vanwege tegenvallende belastinginkomsten –voornamelijk de vennootschapsbelasting– loopt het begrotingstekort naar verwachting met 0,3 procentpunt op.
Terugslaan
In een tweede scenario gaan de rekenmeesters ervan uit dat alle Amerikaanse handelspartners met gelijke tarieven terugslaan. Dus: Europa reageert met een importtarief van 20 procent op Amerikaanse producten; China, Canada en Mexico voeren heffingen in gelijk aan de tarieven die de VS hen in rekening brengt.
Opmerkelijk genoeg levert terugslaan geen aanvullende schade op voor de economie. De geraamde economische groei is even hoog als in het scenario zonder Europese tegenreactie.
Terugslaan levert de Nederlandse schatkist extra belastinginkomsten op
De export zal sterker dalen, omdat de wereldhandel als geheel sterker geraakt wordt door de wereldwijde heffingen. Tegelijkertijd neemt ook de import sterker af.
Terugslaan heeft als voordeel dat heffingen de staatskas spekken. De Nederlandse Douane mag 25 procent van de geïnde belastingen zelf houden, wat weer doorvloeit naar de Rijksbegroting. Al met al levert dat Nederland 1,7 miljard euro op, uitgaande van een importtarief van 20 procent.
Het CPB waarschuwt dat in het scenario ”terugslaan” de oplopende onzekerheid mogelijk onderschat wordt. De effecten kunnen negatiever uitvallen als Trump een aanvullende tegenreactie aankondigt, wat de onzekerheid verder doet toenemen.
Lange termijn
Als de handelstarieven voor een langere periode blijven gelden, verwacht het CPB dat de handel tussen Amerika en de rest van de wereld verder zal slinken. De VS zullen op langere termijn in staat zijn meer goederen op eigen bodem te produceren.
Het effect op de omvang van de Nederlandse economie blijft beperkt tot 0,4 à 0,5 procent. Dit is minder dan de geraamde schade op korte termijn, omdat bedrijven meer tijd hebben om zich aan te passen en nieuwe afzetmarkten te vinden.