„Ik kan alleen bidden of de Heere mij wil bewaren voor ongerechtigheid én vragen of ik Gods gerechtigheid mag uitstralen en naleven.”

In de preek van Maarten Luther, die Ruth leest, staat de vierde zaligspreking uit Mattheüs 5 centraal: „Zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden.” Ruth vertelt: „Aan het begin van deze preek legt Luther uit wat het begrip ”gerechtigheid” betekent. Het gaat volgens hem niet om de gerechtigheid in Christus, maar om aardse gerechtigheid, die voortkomt uit een waar geloof. Deze gerechtigheid is een vrucht van het geloof. Vanuit het geloof in Hem mag je groeien in het naleven van de gerechtigheid en daarin steeds meer op Hem gaan lijken. Ik vind het heel mooi dat Luther naar voren brengt dat je deze vrucht ontvangt zonder je eigen werk en verdienste. Hierin komt de pure afhankelijkheid van God naar voren.”

Basisbehoefte
Ruth herkent bij zichzelf dat ze graag wil dat er gerechtigheid is in deze wereld. „Ik vind het heel erg om te zien dat er zo veel oorlogen zijn. Mensen worden soms alleen vanwege hun geloof of door hun afwijkende politieke visie verjaagd van hun thuis. Kinderen kunnen geen kind meer zijn door al het leed dat ze op jonge leeftijd meekrijgen. Christenen worden op een onmenselijke manier behandeld. Afschuwelijk. Oneerlijk. Waarom mogen wij wel in vrede leven? Ik vind dit zo afschuwelijk, omdat het tegen de natuur ingaat. Veiligheid is een basisbehoefte van ieder mens.”

Monnik
Luther citeert in zijn preek het spreekwoord: „Wanhoop maakt een monnik.” In haar eigen woorden legt Ruth uit wat dit spreekwoord betekent: „Als je ziet hoe het er in de wereld om je heen aan toe gaat, zou je je er soms voor willen afschermen. Omdat je niet weet wat je ermee moet. Omdat je niet weet wat je eraan kunt doen. Ik kan er ook bang voor zijn dat mijzelf ongerechtigheid gaat overkomen. Eigenlijk ben je dan vol wanhoop. Door die wanhoop wil je je afschermen van de wereld. Dat is wat monniken heel concreet doen. Als je niets meer met deze wereld te maken wilt hebben, ben je ook zo’n monnik.”

Najagen
Wegvluchten van deze wereld vol ongerechtigheid wil Ruth niet. „In het omgaan met deze wereld is gebed voor mij het allerbelangrijkste. Ik vraag of de Heere mij wil leiden in het spoor van Zijn gerechtigheid. Daarna probeer ik te beginnen met het najagen van de gerechtigheid. Behandel ik iedereen om mij heen op dezelfde manier? Kom ik op voor een collega die niet eerlijk behandeld wordt? Help ik dat ene meisje, dat door niemand gezien wordt maar die mijn hulp zo hard nodig heeft? Al die kleine dingen zijn zo belangrijk als het gaat om gerechtigheid. Dit probeer ik na te leven, maar soms vind ik dat best lastig. Als anderen zelf niet inzien dat ze onrechtvaardig bezig zijn en je er toch iets van zegt, kan het negatieve reacties oproepen.”

Ruth bidt niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de mensen die anderen ongerechtigheid aandoen. „Ik vraag of God hen wil laten veranderen, zodat ze vol zullen worden van gerechtigheid. Hierin kan ik veel van de Heere Jezus leren. Hij bad zelfs aan het kruis voor Zijn vijanden. „Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen.””

Belofte
„In de zaligspreking staat een rijke belofte”, vertelt Ruth. „Als je hongert en dorst naar de gerechtigheid, dan zúl je verzadigd worden. Je pure verlangen naar gerechtigheid zal niet voor niets zijn. De vrucht die je voorbrengt, zal zichtbaar worden. Wat een bijzondere belofte!”


 

Stukje uit preek van Luther

„Hier staat een troostrijke, zekere belofte, waarmee Christus Zijn christenen lokt en trekt: wie zo hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, die zullen verzadigd worden, dat wil zeggen:
- ze zúllen het loon voor hun honger en dorst ontvangen, zodat ze niet voor niets gewerkt hebben;
- er zúllen tenslotte toch enkele mensen tot die gerechtigheid gebracht worden, die vrucht gedragen hebben. 

Dat zal niet alleen hier op aarde, maar veel meer in het toekomende leven openbaar worden. Dan zal iedereen zien welke vrucht zulke mensen hebben voortgebracht door hun ijver en voortdurend aanhouden. Hoewel het nu niet gaat zoals ze het graag willen en ze er wel zo ongeveer aan moeten wanhopen.”


Serie HHJO

Komend najaar verschijnt er een hernieuwde uitgave van Luthers preken van Maarten Luther (1483-1546) over de zaligsprekingen. De HHJO maakt dit ”oud goud” toegankelijk voor tieners en jongeren. In de komende maanden licht de HHJO in Puntuit een tipje van de sluier op rond deze nieuwe uitgave. Vandaag deel 4: Luthers vierde preek uit Mattheüs 5 en de eerste indruk van de 18-jarige Ruth.

Deel 1: De klok is mijn grootste vijand

Deel 2: Mary-Leen (16) over een hart dat vol is van onzelf

Deel 3: Kees Legemaat (20) over treuren over je zonden