De zon verheft zich en verwarmt de huid. Aan een picknicktafel, onder bomen vol bloesem, praten zes scholieren over het wonder dat zich in de natuur om hen heen voltrekt. „De bloemen gaan weer bloeien”, ziet Rosalie van der Schans (15). „Schattige babydiertjes worden geboren”, signaleert Dianne Blaak (13). „Een onchristelijk iemand zegt misschien dat dit de gang is van de natuur, maar wij kijken met andere ogen”, meent Maylenke ter Burg (14). „Wij beseffen dat de Heere dit doet.” „We hebben door de zonde niet verdiend dat de zon vanmorgen weer opkwam”, stelt Dianne. „Maar Hij schenkt ons dat uit genade.” 

 

Opstaan

De lente, Pasen; beide spreken van hoop. Het heilsfeit vertelt dat Jezus Christus de dood overwon. Maar op deze aarde sterven mensen nog. Hebben ze te maken met tegenslagen. Jongeren vertellen waar ze de kracht vandaan halen om op te staan na een tegenslag. Kunnen ze, zoals Jezus, in eigen kracht weer opstaan? Of hebben ze Hem nodig? 

Rosalie: „Als ik een slecht cijfer haal voor een toets, leer ik daarvan dat ik beter m’n best moet doen. Dan probeer ik daarna een goed cijfer te halen. Als dat lukt, ben ik blij en kan ik weer door.”

„Je moet ook wel doorgaan”, zegt Dianne met het overlijden van haar opa in haar achterhoofd. „Want het leven gaat door.” Lucas de Heer (15) beaamt dat. „Je mag natuurlijk wel verdrietig zijn om wat er gebeurt, maar het heeft niet veel zin om na een jaar nog in te zitten over wat er is gebeurd.” 

„Je moet je eroverheen kunnen zetten”, vindt ook Tjerk Beukens (12). „Je mag een overlijden verwerken, maar je kunt er niet altijd mee blijven zitten.” „Praten helpt om dingen te verwerken”, zegt Maylenke. „En anders kun je naar de psycholoog”, stelt Rosalie. „Iemand anders kan een probleem niet voor je oplossen. Dat moet je zelf doen”, zegt Maylenke.

„Maar er zijn ook mensen die kracht uit de Bijbel halen”, weet Lucas. „Mijn moeder mag geloven dat ze een kind van de Heere is. Ze wordt soms bemoedigd door de Heere omdat Hij door de Bijbel tot haar spreekt.” 

Alle zes de jongeren zeggen dagelijks te bidden en in hun Bijbel te lezen. „Ik ga elke avond op m’n knieën”, zegt Dianne. „Ik lees in een dagboek en de Bijbel en bid voor het slapengaan”, zegt ook Lucas. „Als het wat minder met me gaat, bid ik meer dan als het goed gaat”, merkt Maylenke. 

„Ik lees ’s avonds alleen nog m’n dagboek”, vertelt Tjerk. „M’n Bijbel ligt beneden.” „Bij een crisis ga ik de Bijbel anders lezen”, ervaart Judith Nonhof (16). „Dan komen Bijbelgedeelten anders binnen.”

„Bidden helpt sowieso”, meent Rosalie. „Dat staat gewoon in de Bijbel. Natuurlijk vraag ik me soms af of bidden helpt, als de dingen niet gaan zoals ik graag wil. Maar in de Bijbel staat: Bid en u zal gegeven worden. God maakt keuzes over wat er wel of niet gebeurt in mijn leven.”

 

Stem 

Rosalie: „Soms lees ik een geschiedenis in de Bijbel en dan denk ik: oké, wat moet ik hier nu mee? Is dit voor mij?” Godsdienstdocent Johan Smits van het Van Lodenstein College: „Als je bijvoorbeeld over David leest, kun je veel leren over de Heere en over jezelf. Je leest dingen die je wel of juist niet moet doen. Je leert dat de Heere de zonden serieus neemt, dat je op Hem aankunt.”

Jongeren die niet met Gods Woord zijn opgegroeid zou de groep niet per se aanraden om de Bijbel te gaan lezen. „Als iemand mij vraagt waarom ik de Bijbel lees, zeg ik dat het bij mijn geloof hoort”, zegt Judith. „Ik denk niet dat de kans groot is dat iemand die niet in een christelijke omgeving opgroeit de Bijbel gaat lezen”, zegt Lucas. „En voordat die de Bijbel een keer uit heeft…” 

„Als iemand de Bijbel opendoet, kan hij toch meteen geraakt worden?” vraagt Maylenke. „Dat kan”, beaamt Lucas. „Alleen de Heere weet wie er bekeerd is”, zegt Maylenke. „Dat weten mensen toch niet van elkaar?” Lucas knikt. Even later:„Zelfs de mensen die aan het heilig avondmaal gaan, zijn er niet altijd zeker van dat ze bekeerd zijn.”

„Ik heb nog nooit ervaren dat de Heere door Zijn Woord tot me spreekt”, bekent Lucas. „Wie van jullie ervaart dat wel?” wil Smits weten. Het blijft stil aan de picknicktafel. „Hoort u Gods stem dan wel?” vraagt Lucas. „Jazeker”, zegt Smits. „Niet altijd hoor. Maar de hele Bijbel is aan ons gericht. Dus dan is het goed om te lezen met de bril van: wat heeft de Heere in dit gedeelte tegen mij te zeggen?”

 

„Hij heeft je met elke Bijbeltekst iets te zeggen”

Is de opstanding van de Heere Jezus, nu zo’n 2000 jaar geleden, nog relevant voor jongeren van nu? Over een antwoord op die vraag hoeft Johan Smits, godsdienstdocent op het Van Lodenstein College in Amersfoort, geen moment na te denken. „Natuurlijk! Pasen gaat over de mogelijkheid van nieuw leven, dwars door de dood heen. Met Jezus Christus is er, na verzoening, eeuwig leven mogelijk.”

„Je hebt de Bijbel niet aan je kant als je zegt dat de kans op verlossing klein is”, stelt Smits. „Wij geloven in een God Die verlossing en genade aan iedereen verkondigt.”

„Je kunt niet zeggen dat een Bijbeltekst je niet aanspreekt”, vervolgt de docent. „De Heilige Geest werkt als we Zijn Woord lezen en Hij heeft met elke tekst iets te zeggen. Je wordt niet geroepen om te wachten tot je dat voelt. Je bent geroepen om met een verwachtingsvol hart de Schriften te onderzoeken. Wie zo de Heere zoekt, mag er zeker van zijn dat Hij door de duisternis heen zal breken. Zoals Jezus na Zijn opstanding verscheen aan Thomas, die er niets meer van geloofde en verwachtte.”

 

serie

Met Pasen vieren christenen dat Jezus Christus de dood heeft overwonnen. Dat Hij leeft. Dat Hij regeert.

Twee vmbo’ers, drie havisten en een vwo’er van het Van Lodenstein College in Amersfoort, afkomstig uit de Gereformeerde Gemeenten (4x), de Hersteld Hervormde Kerk (1x) en de Protestantse Kerk in Nederland (1x) gaan met elkaar en godsdienstdocent Johan Smits in gesprek.

Deel twee in deze serie: geeft het opstandingsevangelie reformatorische jongeren kracht?