„Samen met mijn vader, moeder, vier broers en zus woonde ik in Syrië, vlak bij de grote stad Aleppo. Toen in 2011 de oorlog uitbrak, konden we niet meer naar school. Elke dag waren er bombardementen. We zaten alleen maar in huis en mochten de straat niet op. Het hield maar niet op met de beschietingen: boem, boem, boem. ’s Morgens, ’s middags, ’s avonds, ’s nachts; er kwam geen einde aan. Elke dag was het wachten op de dood.

Op een dag, ruim een jaar geleden, ben ik gevlucht. Ik zat in een kar verstopt die aan boord werd gereden van een groot schip. Zo kwam ik in Athene terecht. Van Griekenland ben ik naar Mace­donië gelopen. En van daaruit via Servië en Hongarije naar Duitsland. En maar lopen, lopen, lopen. Uiteindelijk kwam ik in Nederland terecht.

Mijn vader, moeder, broers en zus zijn nu in Turkije. Daar is het niet zo goed. Ze wonen in een tentenkamp. Natuurlijk is het wel beter dan in Syrië, maar ik zou graag willen dat ze hiernaartoe komen.

Of ik mijn vader en moeder mis? Dat is een moeilijke vraag voor mij. Ik word er verdrietig van. Ik mis hen elke dag. Als ik opsta, bij het eten. Ja, vooral ook bij het eten.”

Het is even stil in de ruimte van het huis waar Mahmoud zijn verhaal doet. Van buiten klinken kreten van andere jonge vluchte­lingen. Jongens uit Eritrea en Syrië, die een thuis, familie en vrienden moeten missen. Nu zijn het Mahmouds huisgenoten.

„Hier heb ik het goed. Ik kan elke dag naar school en leer Nederlands. Een van mijn hobby’s is leren, dus dat komt goed uit. Voetballen en zwemmen doe ik ook graag.

Met Nederlandse jongeren heb ik nog geen contact. Eerst wil ik de taal goed kunnen spreken. Het lijkt me wel leuk als ze iets met me zouden doen, sporten of zo. Vragen over mijn vader en moeder moeten ze niet stellen, dat vind ik niet fijn.

Het grootste deel van mijn huisgenoten is christen. Zelf ben ik moslim. We gaan goed met elkaar om. Elke vrijdag ga ik naar de moskee, net als in Syrië. Mijn geloof is hier net zo belangrijk als ergens anders.

Op werkdagen ben ik op school. Dat is net als in Syrië. Daar ging ik vijf jaar lang naar school, tot de oorlog kwam. Op dit moment is Nederlands het belangrijkste vak dat ik leer. Als ik dát maar spreek, dan kan ik verder. Wat ik wil worden? Het liefst dokter. Mensen helpen, ja, dat is mijn droom.”

Mahmoud heet in werkelijkheid anders. Om veiligheidsredenen is zijn naam gefingeerd en zijn verblijfplaats niet vermeld en de personen op de foto staan niet in relatie tot het artikel.


Thuis voor jongeren

Samen met twaalf andere jonge vluchtelingen maakt Mahmoud deel uit van een woongroep van de christelijke stichting Timon. „We zijn door stichting Nidos (jeugdbescherming voor vluchtelingen, EB) gevraagd om 250 vluchtelingen tussen de 14 en de 17 jaar op te vangen”, aldus Jarno Schroer, pedagogisch begeleider van Timon. „Op verschillende plaatsen zijn we bezig met het opzetten van woongroepen, zoals hier.”

Het is de taak van de begeleiders om de jongeren een thuis te bieden, maar ook om hen klaar te stomen voor de maatschappij. Jarno: „Als ze 18 jaar zijn, moeten ze zelfstandig kunnen wonen. We leren hun om te gaan met geld, koken, op tijd komen, het huishouden doen; vooral de praktische dingen dus.”

Veel jongens en meisjes hebben meer meegemaakt dan goed voor hen is. „Als we een trauma bespeuren, schakelen we deskundigen in”, aldus Jarno. „De verschillen tussen de jongens die hier zitten, zijn groot. Mahmoud doet het goed. In Syrië is hij al vijf jaar naar school geweest, dat merk je. Binnen een jaar verstaat hij Nederlands en spreekt hij het al een beetje. Heel anders is het met een jongere uit Eritrea die altijd op het platteland gewoond heeft. Die sprak nog geen woord Engels toen hij hier kwam.”

Aandacht en begeleiding zijn heel belangrijk voor deze jongeren, zegt Jarno. „Timon is landelijk op zoek naar vrijwilligers, liefst jongeren, die af en toe even langskomen om een praatje te maken met deze vluchtelingen of wat met hen te doen. Deze jongens hebben het nodig en waarderen het enorm.”

Heb je interesse om als vrijwilliger onder jonge vluchtelingen te werken? Kijk dan op dichterbijvluchtelingen.nl voor meer informatie.