Vluchtelingen bedanken hem regelmatig. „Als ik binnenkom, tijdens het gesprek en als ik weer vertrek.” Gerben bezoekt elke week een asielzoekerscentrum in de buurt voor een kop koffie en een goed gesprek. „Regelmatig ontmoet ik daar een jongen die alles is kwijtgeraakt. We delen onze problemen met elkaar. Ik ben dankbaar dat ik er voor hem mag zijn. Juist eenzamen hebben extra aandacht nodig.” Gerben is via zijn kerk, de hersteld hervormde gemeente van Ridderkerk, in het vluchtelingenwerk gerold.

Voorbeeld
Wie goed doet, goed ontmoet, luidt de slogan van de nieuwe landelijke actie van de HHJO. Dat er tijdens de nieuwe landelijke actie aandacht wordt gevraagd voor diaconaat vindt Gerben heel goed. „Als je de waarde van dienen gaat zien, wil je niet anders meer.”

In het dienen van zijn naasten is de Heere Jezus voor Gerben het grote voorbeeld. „Hij laat Zelf zien wat dienen daadwerkelijk is, als Hij voorafgaand aan de paasmaaltijd de voeten van de discipelen wast. Typisch werk voor een slaaf, maar de Meester neemt deze dienende taak op Zich. Kun je het je voorstellen? De meeste doet het werk van de minste. Ik leer hiervan dat wie of wat je ook bent, hoog of laag in menselijk aanzien, je bent geroepen om te dienen. Als christen wil je toch niet anders dan steeds meer op je Meester gaan lijken?”

Dienstbaar zijn in je eigen omgeving, is volgens Gerben zo moeilijk niet. „Ik probeer altijd gedag te zeggen tegen de mensen die ik tegenkom. Anderen merken dat op. Soms kijken mensen verbaasd dat iemand iets tegen hen zegt. Anderen reageren juist dankbaar en enthousiast. Ik laat graag aan de ander zien dat hij of zij er mag zijn. Dat er oog voor hem is. Als je begint met het groeten van je buurman of je moslimbuurvrouw naar wie normaal gesproken niemand omkijkt, zul je zien dat er prachtige contacten ontstaan. Ook al reageert iemand de eerste keer niet, als je blijft volhouden wordt de ander vanzelf losser. En komt er een moment waarop er een gesprekje ontstaat.”

Gezegend
„Dienen heeft mij gelukkiger gemaakt”, realiseert Gerben zich. „Ik vind dat een dankbaar leven een gelukkig leven is. De Heere heeft ons rijk gezegend. Als het om diaconaat gaat, ontmoet je over het algemeen mensen die het minder goed hebben dan jijzelf en dus iets missen. De Heere Jezus geeft ons de opdracht om, als we twee kledingstukken hebben, er één weg te geven aan iemand die niets heeft. Hoe heerlijk is het om anderen in onze welvaart te laten delen? In de Bijbel lees je dat we van geven niet armer worden.” Gerben denkt na en merkt dan op: „Het maakt trouwens niet uit of je je geld of je tijd geeft. Een bijkomende zegen van geven: als je tevreden bent, is er weinig plaats voor jaloersheid in je hart en is er minder ruimte voor afgunst tegenover je naasten.”

„Behalve dat dienen mij gelukkiger maakt, leert het mij ook om te relativeren. Dingen waarover ik me snel druk maak, worden minder belangrijk. Als ik denk iets te missen, kijk ik eerst naar anderen die vrijwel niets hebben. Dan heb ik geen reden meer om ontevreden te zijn. Natuurlijk is het fijn om mooie spullen te hebben, maar ik vind dat je bezittingen niet in de weg moeten staan in het leven voor Christus en het dienen van je naasten. Door het contact met je naaste die vrijwel niets heeft, ga je in je eigen leven zien wat echt waarde heeft en wat niet.” Gerben concludeert: „Als je de waarde van dienen gaat inzien, wil je niet anders meer. Het is fantastisch om mensen die weinig tot niets hebben, dankbaar te zien. Wie daar zijn steentje aan bijdraagt, oogst dankbaarheid.”