Rijken worden rijker, armen worden armer in Nederland. En dat is een probleem, ziet Koen. „Als de kloof tussen rijken en armen groeit, is dat slecht voor het land als geheel”, betoogt hij aan de keukentafel van zijn ouderlijk huis in Kampen. „Dan stijgt de criminaliteit, daalt de levensverwachting van armen en voelen mensen zich minder verbonden met elkaar.” Als de rijken wat armer worden, en de armen wat rijker, gaan we er met z’n allen op vooruit, meent Koen. „Al zal de hemel ook hiermee niet op aarde komen.”

Koen praat snel, in lange, gestructureerde volzinnen. De twintiger begon direct na zijn vwo-examen met het schrijven van zijn boek. Bijna twee jaar lang zat hij iedere dag een paar uur met zijn neus in de boeken die zijn ouders soms voor hem aanschaften. ’s Middags ging hij naar de bibliotheek, om te schrijven. Met de auto van zijn moeder reed hij naar economen, politici en wetenschappers om te checken of zijn ideeën klopten. Eten en onderdak kreeg hij van zijn ouders.

En zo kreeg Koen, zoon van ouders die hem bed, bad en boeken konden geven, eigenlijk een soort basisinkomen. Koen: „Ik had geen bijbaantje in de supermarkt nodig, maar kon me echt richten op dat waar ik passie voor heb: lezen en schrijven. Ik had dat voorrecht, maar veel andere mensen hebben die luxe helaas niet. Ik gun hen dat ook.”

Een basisinkomen zoals Koen dat voorstelt, kost Nederland zo’n 134 miljard euro per jaar. Volgens Koen kan dat uit. „De meeste uitkeringen kun je opheffen als je alle mensen geld geeft zonder er iets voor terug te vragen. Dat scheelt zo’n 70 miljard euro.  Daarnaast heeft iedereen met 1000 euro genoeg geld om gezond voedsel te kopen en minder te stressen. Daardoor bespaar je bijvoorbeeld op gezondheidskosten. En het geld dat je nog tekort komt, vang je door mensen die veel geld hebben extra belasting te laten betalen.”

Maar horen mensen niet gewoon te werken voor hun geld? „Natuurlijk”, zegt Koen. „Dat is een heel christelijk idee”, vindt hij, zelf niet-gelovig. „Maar werken is niet alleen betaald werk doen voor je baas. Het is ook: kinderen opvoeden en voor je oude moeder zorgen. En dát werk wordt nu niet beloond met geld, terwijl vrijwillige mantelzorgers de belastingbetaler jaarlijks 20 miljard aan kosten besparen. Als je niet per se betaald werk hoeft te doen om rond te komen, kun je veel beter kiezen voor werk waarin je iets toevoegt.”

Koen is niet bang dat mensen straks lekker hun baan opzeggen om dag in dag uit te gaan luieren op de bank. „Mensen willen toch graag van betekenis zijn, waarde toevoegen. Ook uit experimenten met het basisinkomen blijkt dat mensen niet graag zomaar rondhangen.”

En wie haalt dan het vuilnis op, als het basisinkomen er komt? „Nog steeds de vuilnismannen”, zegt Koen stellig. „Al zullen ze straks wat trotser zijn op het werk dat ze het doen omdat ze er zelf voor hebben gekozen. En ze zijn wat relaxter, want ze weten dat ze aan het eind van de maand de huur sowieso kunnen betalen.”