In Nederland studeert Marlies pedagogische wetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Tot en met mei dit jaar verblijft ze echter in Amerika omdat ze een soort uitwisselingsprogramma volgt aan de Gaulladet University. Deze universiteit is de enige dovenuniversiteit ter wereld. Marlies: „Ik ben hier naartoe gegaan omdat ik graag mijn Engels wil verbeteren. Net als in gesproken taal heeft ieder land zijn eigen gebarentaal. In het begin was het voor mij dan ook moeilijk om hier te communiceren omdat ik de Amerikaanse gebarentaal nog niet kende. Na verloop van tijd ging het gelukkig steeds beter. Ik vind het ook heerlijk dat ik hier contact heb met studenten uit allerlei verschillende landen en culturen.”

Monotoon
Hoe dat gaat als Marlies in Washington rondloopt en ze wat wil vragen aan een voorbijganger? „Dat zijn inderdaad lastige situaties”, beaamt Marlies. „Ik begrijp wel Engels, maar ik kan het alleen niet spreken. Wanneer ik iets wil weten dan vraag ik mensen om het antwoord op te schrijven of wijs ik dingen aan. Dat helpt al veel. In Nederland doe ik dat overigens ook, al heb ik daar wel als voordeel dat ik de taal aardig kan spreken. Mijn stem klinkt wel een beetje anders en monotoon, aangezien ik mezelf niet kan horen. Ook weet ik soms niet hoe hard ik moet praten, omdat ik zelf niet kan horen of ik in een lawaaierige omgeving sta. Daardoor is het voor mensen soms moeilijk om mij te verstaan.”

„Maak vooral veel oogcontact met dove mensen”

Aan mensen zonder gehoorbeperking wil Marlies het advies geven om bij dove mensen vooral veel oogcontact te maken. „Als je het gesprek met een doof iemand wilt aangaan, moet je vooral even in zijn of haar gezichtsveld staan. Een klopje op iemands schouder kan ook handig zijn, want als een doof iemand even niet kijkt is er al geen communicatie mogelijk.”

Marlies heeft vaak de ervaring dat mensen uit beleefdheid „goedemorgen” tegen haar zeggen. „Wanneer ik dan geen antwoord geef is dat niet omdat ik onbeleefd ben, maar omdat ik gewoon niet in de gaten heb dat ze iets tegen me zeggen.”

Eenzaam
Er zijn ook weleens momenten waarop Marlies het moeilijk heeft met haar beperking. „Soms voel ik me eenzaam, bijvoorbeeld als ik op een verjaardag zit waarop iedereen met elkaar praat en ik er niets van kan volgen. Toch probeer ik altijd positief te blijven en ben ik blij als ik een-op-een met iemand kan praten, of dat iemand de moeite neemt om even gesprekken voor mij te tolken. Toch hoef ik niet per se horend te zijn, want ik heb veel dove vrienden en ik voel me thuis in de dovencultuur. Ik bid dan ook niet om genezing. Ik wil juist graag wat voor dove personen betekenen. Ook zij hebben het Evangelie nodig!”

Marlies probeert door haar daden en levenswandel te getuigen. „Ik heb veel goede gesprekken gehad met enkele meiden over mijn levensovertuiging. Zo vertelde ik bijvoorbeeld dat ik niet met een jongen naar bed ga voordat ik getrouwd ben en dat zij hun lichaam mogen accepteren zoals het is, ook met hun beperking. God heeft hen mooi geschapen, maar doordat ze zo’n laag zelfbeeld hebben, geven ze hun lichaam makkelijk weg aan jongens. Dat vind ik erg jammer. Al ben ik niet perfect en maak ik fouten, toch probeer ik een voorbeeld te zijn voor anderen. Ik wil graag dat iedereen een kans krijgt om God te leren kennen.”

Sterker
„Ik leer veel van mijn verblijf in Amerika”, zo geeft Marlies aan. „Omdat hier alles met gebarentaal gaat, kan ik meedoen met discussies. Ik durf makkelijker mee te praten in de klas en plaats mezelf minder op de achtergrond. Ik merk echt dat mijn persoonlijkheid sterker geworden is en dat ik trotser ben op mezelf. Het grappige is: ik voel me op deze universiteit helemaal niet gehandicapt. Horende mensen voelen zich hier juist gehandicapt. Wanneer ik niet naar Amerika was gegaan, had ik mezelf deze mooie ervaringen allemaal ontzegd. Mijn belangrijkste levensles is dan ook dat ik mij niet moet laten weerhouden door mijn handicap om het avontuur of de uitdaging aan te gaan. En dat geldt voor alle jongeren: je moet niet kijken naar je beperkingen, maar naar je mogelijkheden. Sta daarnaast altijd open voor mensen met een beperking. Zij zijn normale mensen.”

Daarnaast merkt Marlies dat ze meer leert vertrouwen op God. „Voorheen deed ik soms dingen op eigen kracht, maar nu kan ik het aan God overlaten en afwachten wat Zijn plannen zijn. Zo had ik een tijdje geleden heimwee naar mijn familie en vriend. Ik heb hier toen voor gebeden en kreeg daarna precies een drukke week met allemaal leuke dingen. Het is misschien geen groot voorbeeld en natuurlijk wil ik hiermee niet zeggen dat al mijn gebeden direct worden verhoord. Maar juist ook zulke kleine dingen zijn voor mij het bewijs dat God om mij geeft.”


Dit is het vierde deel in een artikelenserie van het LCJ over ”Bijzonder ;) jong”. Hierin worden jongeren geïnterviewd die een bepaalde levensles hebben geleerd die ze willen doorgeven aan tieners.