Uiterlijk is er niets aan Nathalie de Bilde (16) uit Nieuwerkerk te zien. Toch heeft de Zeeuwse veel pijn. Elke dag weer, 24 uur per dag.

Haar gezicht straalt echter als ze alle kaarten in ontvangst neemt die ze van lezers gekregen heeft. „Wat veel! Die ga ik vanavond meteen lezen. Pap, kijk eens naar deze stapel!” Het doet haar goed dat zo veel mensen aan haar gedacht hebben, na de zware jaren die ze achter de rug heeft.

De tiener heeft al vier jaar lang zenuwpijn in haar linkervoet. In groep 8 begon de pijn, na een potje voetbal. De eerste tijd was er slechts sprake van een ongemakkelijk gevoel waardoor ze hoogstens wat vreemd liep. Maar de pijn werd steeds erger. Gek genoeg was er op MRI-scans niets te zien: geen breuk, geen scheurtje in een bot, helemaal niets.

Nathalie ging met haar ouders naar de dokter, naar het ziekenhuis, naar therapeuten. Die zaten echter met de handen in het haar. „Je hebt waarschijnlijk een spierziekte”, zeiden ze. „We kunnen niets voor je doen. Je moet met de pijn leren leven.”

Totdat ze bij een kliniek binnenliep die gespecialiseerd is in pijnbestrijding. Daar ontdekten ze dat haar klachten verdacht veel leken op die van iemand met zenuwpijn. „Pas vorige week werd die diagnose door artsen van het Erasmus Medisch Centrum (EMC) in Rotterdam bevestigd. Sindsdien heb ik weer een sprankje hoop dat mijn pijn minder kan worden.”

Stroom

Mogelijk zijn door een schop tegen Nathalies voet de zenuwpunten dicht bij haar hiel beschadigd. Dat kan nooit meer helen, zegt ze. „Maar ik kan hiervoor wel een speciaal soort pijnbestrijding krijgen.”

Gisteren is de tiener voor het eerst naar het Centrum voor Pijngeneeskunde van het EMC geweest. „Er werd medicatie in mijn voet gespoten terwijl mijn voet tegelijkertijd onder stroom werd gezet. Dat is vrij pijnlijk en zorgt voor bijwerkingen zoals draaierigheid en misselijkheid. Maar dat moet ik ervoor overhebben. De komende vijf weken ga ik elke dinsdag naar de poli voor deze behandeling, daarna vermindert de pijn misschien.”

Nathalie is erg blij dat er sowieso pijnbestrijding mogelijk is. „De afgelopen vier jaar kon dat niet omdat de artsen ervan uitgingen dat ik spierdystrofie had. Dat was moeilijk te accepteren. Het voelt namelijk 24 uur per dag alsof er iets in mijn voet steekt. Zenuwpijn is niet te vergelijken met andere pijnen, zoals hoofdpijn, en ik kan er niets tegen slikken.”

Soms is de pijn erger dan anders. Wat Nathalie dan doet? „Ik probeer een beetje rust te nemen. Maar ik laat me er nooit door weerhouden om naar school te gaan. Alles kan, als je maar wilt.”

Ze is hard voor zichzelf. Zo weigert ze de laatste tijd om op het Calvijn College in Goes de lift te gebruiken. „Ik dacht: Kom op, Nath, doe ’ns wat conditietraining. Dus ga ik nu altijd met mijn krukken de trappen op en af. Daar krijg ik sterke armspieren van.”

Toch moet Nathalie door de pijn regelmatig pas op de plaats maken, met name op momenten die lichamelijk inspannend zijn. Ze mag bijvoorbeeld niet gymmen. Lopen gaat haar moeilijk af. „Zelfs fietsen heb ik weer opnieuw moeten leren, nadat ik door een fout van artsen zeven weken in het gips heb gezeten. Ik moest er anderhalf jaar voor revalideren.”

Of de pijn haar wel eens opstandig maakt? Ze haalt haar schouders op. „Thuis kan ik soms best chagrijnig zijn. Maar ik heb geleerd me aan te passen aan mijn omstandigheden. Snel ergens naartoe rennen gaat niet, dus doe ik alles op m’n gemakje en probeer niet te veel te stressen. Ik heb met mijn situatie leren leven. Het is nu eenmaal zo en ik kan er niks aan veranderen.”

Consequenties

Haar vrienden houden rekening met haar aandoening. Gaan ze bowlen, dan helpen ze Nathalie waar ze kunnen. Is er een schoolkamp, dan gaat Nathalie gewoon mee. Zelfs een dropping houdt haar niet tegen. „Vorig jaar mei was ik met een deel van vmbo-3 op kamp in Duitsland. Ik ben toen met mijn rolstoel meegeweest tot aan de eerste post. Nadat alle groepen gepasseerd waren, ging ik terug naar het kamp.” Eenzaam? „Nee hoor. Bij de post was het ook gezellig.”

Toch is haar aandoening niet zonder verstrekkende consequenties, geeft ze toe. Sinds haar kindertijd droomt ze ervan om bij de politie te gaan werken. Dat gaat echter niet meer, omdat ze daarvoor een goede conditie moet hebben. „Nu denk ik erover om wiskunde te gaan studeren. Ik ben best goed in dat vak en wil misschien docent worden.”

Hoewel Nathalie zichzelf verre van zielig vindt, doet het haar goed dat zo veel mensen haar een kaartje hebben gestuurd nadat haar verhaal op de Puntuitpagina stond. „Ik heb heel veel reacties gekregen op deze actie. Zelfs onbekenden spraken mij aan in de supermarkt in ons dorp. Dat is leuk en bemoedigend.”

Natuurlijk zou het ook mooi zijn geweest om te winnen, zegt ze. Maar daar ging het haar niet om. „Ik vind het al superleuk dat mijn vrienden mij als verrassing hebben opgegeven. En de winst gun ik Karin net zo hard als mezelf.”