Voordat Hij met dit werk begint, ben je verduisterd in je verstand. Wanneer de Geest Zijn licht gaat geven, verandert dat. Je gaat zien hoe vuil je bent en je raakt ervan overtuigd dat je afschuwelijk en walgelijk bent. Dat geeft schrik en angst.

Er komt een verlangen in je hart naar genade, maar tegelijk laat de Geest je zien dat God rechtvaardig is. Hij kan zelfs de kleinste zonde niet door de vingers zien! Wilde je eerst tot God vluchten, nu word je tegengehouden door dit besef van Zijn rechtvaardigheid.

 

Daar zou je moedeloos van worden!

Dat is precies waar de Geest naartoe werkt. In deze toestand laat de Heilige Geest je zien dat je een Ander nodig hebt. Je hebt een Borg nodig Die voor jouw zonden betaalt en het eeuwige leven voor je verdient. Dezelfde Geest wijst je deze Borg ook aan: de Heere Jezus Christus, Gods Zoon.

Wat een verlangen komt er in je hart naar Christus. Je gaat uitzien, wachten op Zijn komst. Niet lijdelijk, maar worstelend en verlangend. Je kiest onvoorwaardelijk voor Hem. Soms krijg je hoop, op andere momenten is het zo donker. Maar het verlangen wegstoppen kun je niet.

Totdat de Geest je door het geloof de vrijmoedigheid geeft om de aangeboden Zaligmaker aan te nemen. Op dat moment geef je je onvoorwaardelijk aan Hem over. Je verlaat je op Zijn trouw en macht. Daarmee is de strijd nog niet voorbij, maar vanaf de dag dat je Jezus voor het eerst hebt aangenomen, blijf je dagelijks van Hem gebruikmaken om vrede en heiligheid te ontvangen.

 

Ik moet als mens ook wedergeboren worden. Hoe gaat dat?

Vanuit jezelf ben je geestelijk dood. Op het moment dat de Heilige Geest je levend maakt, maakt Hij je één met God door de Heere Jezus Christus. Nu gaat je ziel als het ware op Jezus lijken. Wat vroeger je lust was, word je nu tot een last. Je verstand, wil en hartstochten zijn vernieuwd. Ja, je bent een nieuw mens geworden!

Denken over God en Zijn zaken? Dat gaat nu als vanzelf. Ook uiterlijk verandert er veel. Je zoekt kinderen van God op en je zorgt ervoor dat je geen aanstoot geeft in je leven of in je kleding. Je bent levend gemaakt! Het is alsof er een dode uit het graf is opgestaan.

 

Uit: ”Helder en klaar, deel 1. De Redelijke Godsdienst van À Brakel uitgelegd”