„Vergeet niet te bidden, zegt hij”

 

„Vaderdag is een feestje voor mijn vader”, zegt Leonie Akershoek (13) uit Tholen. „Hij krijgt cadeautjes en hoeft niets te doen. Dat is pas echt genieten voor hem.

Mijn vader is behulpzaam. Hij helpt me graag met godsdienst of catechisatie. Dat vindt hij leuk om te doen en ook erg belangrijk. Ik speel vaak een spelletje Bijbelse namen met hem. Dan schrijven we zo veel mogelijk personen en plaatsen op die beginnen met een bepaalde letter. De S bijvoorbeeld, van Samuël, Simson, Sinaï, Sichem, Salomo, Salem, enzovoort. Als mijn vader een naam die ik heb opgeschreven niet heeft, krijg ik twee punten, en anders één.

Mijn vader vindt het christelijk geloof heel belangrijk in de opvoeding. Hij wil dat zijn kinderen veel kennis hebben van de Bijbel. Want daardoor kun je de Heere Jezus leren kennen. Hij zegt soms tegen me dat ik niet moet vergeten te bidden als ik naar bed ga en als ik opsta. En dat ik de Bijbel moet blijven lezen. Doordat hij me daar elke keer aan herinnert, weet ik zeker dat ik het niet vergeet.

Mijn vader zegt ook weleens dat ik rommelig ben. Dan zegt hij: „Ruim dat, dat en dat eens op! Dan is het weer netjes.” Ik vind het fijn als hij me aanspoort mijn kamer weer netjes te maken, want ik vind het van mezelf ook vervelend als ik dingen laat slingeren. 

We wandelen of fietsen ook met elkaar. Dan bespreken we van alles en nog wat. Als er iemand is getrouwd, overleden of gedoopt, hebben we het daarover. Heel persoonlijke dingen bespreek ik liever met mijn moeder of vriendinnen.”

 

„Hij legt formules helder uit”

 

„Een goede vader is iemand die je aandacht geeft, tijd voor je heeft en lief voor je is. Mijn vader is zo iemand”, zegt Levi Roggeveen (12) uit Sint-Philipsland. „Hij is er als ik hem nodig heb. 

Mijn vader heeft een eigen bouwbedrijf. Daardoor is hij erg druk. Hij werkt elke dag, behalve op zondag. Toch heeft hij ook tijd voor mij. Hij helpt me als ik ergens mee zit. Bijvoorbeeld als ik mijn huiswerk niet snap. Vooral wiskunde kan hij goed uitleggen. Pas snapte ik formules niet zo goed. Toen hebben we een uur samen gezeten. Uiteindelijk begreep ik de sommen.

Ik leer van alles van mijn vader. Ook timmeren, zagen en boren. Pas heb ik met zijn hulp een vogelhuisje gemaakt. Ik vond het werk van mijn vader vroeger al leuk, maar nu wil ik later ook de bouw in. Hij inspireert me. Het lijkt me mooi om voor mijn vader te werken als ik ouder ben.

Mijn vader is superbelangrijk voor me. We doen graag leuke dingen samen. Stoeien bijvoorbeeld. Dan boksen we tegen elkaar en proberen we elkaar om te duwen. Mijn vader begint meestal, en hij wint natuurlijk ook vaak. 

Zondag is het Vaderdag. Dan wordt hij beloond voor al het werk dat hij voor ons doet. Hij geniet van de aandacht die hij die dag krijgt. Ik twijfel al heel lang over het cadeau dat ik hem ga geven. Dat hij een bloemetje krijgt, weet ik al wel, maar ik wil er graag wat lekkers bij geven. Sowieso geen frikandelbroodje of zo, want hij houdt niet van deeg. Maar wel van chocolaatjes. Ik denk dat ik die ga geven. En ik betaal ze van mijn eigen zakgeld.”

 

„Met dammen zijn we even goed”

 

Irene van Dommele (13) uit Scherpenisse: „Mijn vader is gewoon een leuke man. Hij houdt van grapjes, speelt graag spelletjes en is heel gezellig. Pas had hij groente in mijn pap verstopt. Typisch iets voor mijn vader. Hij vindt het helemaal grappig als ik dat dan opeet. Mijn vader vindt mij lief en grappig, denk ik.

Op zondag spelen we graag spelletjes met elkaar. Monopoly, Uno of Rummikub. Maar het liefst dammen we. We zijn aardig aan elkaar gewaagd. Soms wint hij, soms win ik en soms is het gelijkspel.

Rokken moeten niet te kort zijn, mijn kamer moet ik netjes opruimen en lelijke woorden zeggen is absoluut niet de bedoeling. Mijn vader wil dat ik me netjes gedraag. Als ik toch iets lelijks zeg, vertelt mijn vader dat hij dat niet netjes vindt en ik dat de volgende keer niet meer moet zeggen. En als ik mijn fiets scheef in de schuur zet, moet ik hem zelf recht gaan zetten. „Anders leer je er niet van”, zegt hij dan. En dat is natuurlijk waar.

Met mijn moeder heb ik cadeautjes gehaald voor Vaderdag. We hebben een luchtje gehaald en iets voor in de tuin. Dat geven we dan met elkaar. Op Vaderdag hoeft mijn vader minder te doen in het huishouden. Wij dekken de tafel voor hem.

Voor zijn werk maakt mijn vader straten open. Buizen die niet goed meer zijn, haalt hij uit de grond en doet er nieuwe in. Ik doe later liever iets anders. Ik wil graag oppassen op kleine kinderen, in een kinderdagverblijf of zo. Kleintjes zijn zo schattig! Ik heb drie broertjes, en een baby is op komst. Ik hoop natuurlijk dat het een zusje is.”