Treuren

Kerk & religie

We zien bij Job dat hij van de hoogste rijkdom verviel in de diepste armoede en op de mesthoop terechtkwam. De mens, die zo rijk was in de staat van de rechtheid, is door de zonde doodarm geworden. Daarom toonde de Heiland hem in de eerste zaligspreking in zijn armoede. Nu zal Hij zo’n arme van geest die over zijn armoede treurt laten zien. Dit is de tweede trap van de overgang van de zondaar uit het rampzalige rijk van de satan in het gelukzalige rijk van Jezus. Deze tweede stap die een zondaar naar de hemel doet, is treuren. Droefheid zal hier blijdschap baren. Wie zal men meer beklagen dan treurigen? Niettemin, de treurigen worden hier zalig gesproken. Door de dagelijkse ervaring zal elk mens weten wat treuren is. Het is die diepe droefheid van de mens, die voortkomt uit het goed wat hij mist of het kwaad dat hem dreigt. Daardoor is niet alleen inwendig zijn hart door grote benauwdheid beklemd, maar ook uiterlijk is zijn lichaam heftig bewogen. Ja, hij is zo bewogen dat de treurigheid ook uitwendig, in gelaat, gestalte en kleding te zien is. De borst zucht, het voorhoofd is gefronst, zodat men de smart op zijn aangezicht kan schrijven. Het verdriet is op zijn gezicht te lezen. Zijn ogen storten zilte tranen uit.

We vragen u enkel voor persoonlijk gebruik onze content te kopiëren. Het delen van deze content met anderen is niet toegestaan © Reformatorisch Dagblad 2023.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl.