Delft, stad van Willem van Oranje, bier-, laken- en aardewerk

Waar van 1653 tot 1916 De Porceleyne Fles aan het Oosteinde huisde, bevindt zich sinds 1949 het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente . Zaterdag startte van daaruit voor het tweede jaar op rij een stadswandeling Delft. De vrijwillige bijdrage komt ten goede aan Zending Gereformeerde Gemeenten.

Klooster

De rondleiding wordt verzorgd door de tweelingzussen Naomi en Doreen Tuinstra. De Leidse studenten behoren tot de gereformeerde gemeente van Delft.

In de consistoriekamer van het kerkje bekijken de tien wandelaars –afkomstig uit Rotterdam, ’s-Gravenzande, Benthuizen en Uddel– naar het historische plafond van de plateelbakkerij van De Porceleyne Fles. De kerkzaal diende ooit als loods voor de schilders van het Delfts Aardewerk. In de nieuwe gevel van de loods zijn enkele onderdelen van de keramiek van de oude gevel geplaatst.

De stadwandeling voert naar de Beestenmarkt, waar ooit het klooster van de Franciscaanse Minderbroeders stond. Nadat het klooster werd afgebroken, was deze plek tot 1970 de Veemarkt. Nu is het een plein met terrasjes.

Aan de Burgwal roept café Bier Fabriek herinneringen op aan de bierindustrie uit een ver verleden. De rooms-katholieke Maria van Jessekerk aan de Burgwal houdt de herinnering aan Maria, de moeder van Jezus (Jesse), levend.

Ook het Vrouwenregt is bekend van de bierindustrie – waar 70 procent van de Delftse bevolking werkzaam was. Het bier moet van goede kwaliteit zijn geweest.

De bierindustrie en de lakenindustrie verdroegen elkaar niet. Uiteindelijk werd het bier overgenomen door het aardewerk.

De Choorstraat, voor Delftenaren de Koorstraat, was van oorsprong de Koestraat, waarvandaan de beesten naar de Beestenmarkt werden geleid.

Hier vinden we ook bakkerij De Diamanten Ring. Vroeger was dit een herberg, waar op 9 juli 1584 Balthasar Gerards sliep. De dag daarna schoot hij Willem van Oranje dood in de Prinsenhof.

Oude Kerk

Iets verder om de hoek staat de Oude Kerk met haar scheve toren. Dat deze zo scheef staat omdat ze op huiden zou zijn gebouwd, is een fabeltje. Huiden is een oud Nederlands woord voor heden. De toren zou dus bij de bouw al scheef hebben gestaan. De klok kan daarom niet worden geluid – dat wil zeggen: het gebeurt alleen als er een lid van koninklijke familie in de Nieuwe Kerk wordt begraven.

Aan de overkant, in het Sint Agathaklooster , verbleven de nonnen. Na hen fungeerde het klooster als opslagplaats en huisden er soldaten in. De Prinsenhof , residentie van Willem van Oranje, is nu een museum, met de naastgelegen Waalse kerk.

Kleinste huisje

Aan het Oude Delft 147 bevindt zich het kleinste huisje van Delft. Daar woonde Pieter van Foreest, de lijfarts van Willem van Oranje. Vele gezondheidsinstellingen dragen zijn naam, omdat hij een geneesmiddel tegen de pest zou hebben uitgevonden.

Onder de Boterbrug, de langste brug van Delft, werden ooit boter en andere zuivelproducten gekoeld die naar de naastgelegen Waag werden vervoerd. Na 1770 werd de Waag de gildekamer van de goud- en zilversmeden.

Wie weet dat het stadhuis op de Markt een heuse zonnewijzer heeft?

Vanaf het beeld van Hugo de Groot, inwoner van Delft, kijken de deelnemers nog één keer omhoog, naar de toren van de Nieuwe kerk – in drie kleuren.

Delft, stad van Willem van Oranje, bier-, laken- en aardewerk

Kerk & religie

RD.nl in uw mailbox?