Aanklagers Epstein beginnen zaak tegen Deutsche Bank en JPMorgan
Twee vrouwen die zedendelinquent Jeffrey Epstein eerder beschuldigden van seksueel misbruik, hebben donderdag rechtszaken aangespannen tegen de bankconcerns Deutsche Bank en JPMorgan Chase. Volgens de aanklachten profiteerden de banken in financieel opzicht van de misbruikpraktijken van de door zelfmoord overleden miljonair Epstein.
Daarbij negeerden de banken volgens de aanklagers „flagrante rode vlaggen” die „commerciële sekshandel” mogelijk maakten. JPMorgan Chase zou van 1998 tot augustus 2013 hebben geprofiteerd van de misstanden. Epstein, die sinds 2008 te boek stond als levenslange zedendelinquent, was klant van de bank. Het bankconcern zou de banden met hem niet hebben willen breken omdat hij „te waardevol” was.
Deutsche Bank zou miljoenen hebben verdiend door de vermeende sekshandel van Epstein te faciliteren. De vrouwen eisen een schadevergoeding waarvan de hoogte van het bedrag nog onbekend is.
De bank schikte eerder dit jaar voor ruim 26 miljoen dollar met Amerikaanse beleggers die Deutsche Bank beschuldigden van laks toezicht en het zaken doen met risicovolle klanten. De zaak ging onder meer over de banden met Epstein en verschillende Russische oligarchen.
Deutsche Bank kreeg in 2020 al een boete van 150 miljoen dollar van de Amerikaanse autoriteiten vanwege falend toezicht op onder meer de omstreden financiële zaken van Epstein. Volgens de marktwaakhond had de bank de miljardair op eigen initiatief benaderd om klant te worden nadat die eerder al veroordeeld was wegens kindermisbruik in Florida. Epstein gebruikte zijn rekening bij het concern om schikkingen te betalen, geld over te maken naar vrouwen in Oost-Europa en 800.000 dollar te pinnen voor reizen en andere uitgaven.